Ligging |
In het centrum van Woerden aan de Rijnstraat naast de St. Bonaventurakerk.
|
Ontstaan | De oudste vermelding van het kasteel dateert van 1415. In dat jaar is men begonnen met de bouw. |
Geschiedenis |
In 1415 werd door Jan van Beieren, hertog van Brabant, opdracht gegeven om een
kasteel bij Woerden te bouwen. Om de bouw goed te laten verlopen stelt hij
een kastelein aan, Heynric Hermans geheten. Een kastelein was zowel op
administratief, agrarisch en militair gebied verantwoording schuldig aan zijn
opdrachtgever. De kastelein stelde hiervoor rekeningen op, die later door de
hertog werden gecontroleerd en goedgekeurd. In deze rekeningen wordt gesproken
over 'het huys', 'thuys', 'slot' of 'sloet' als er gesproken wordt over het
kasteel van Woerden. Als Jan van Beieren in 1425 sterft, wordt hij opgevolgd door hertog Filips van Bourgondië, die ook gebruik blijft maken van een kastelein. Naast een kastelein had de kasteelheer nog meer personeel in dienst en op het kasteel wonen, zoals een bogenmaker, portier, smid, stal- en keukenpersoneel, timmerman, wakers en verschillende dagloners. Mocht er oorlog dreigen, kan kon er 100 man in het kasteel worden ondergebracht. Tijdens één van de laatste oorlogen tussen de Hoeken en de Kabeljauwen (1488-1490), werd het kasteel ingenomen door Jan van Montfoort. In 1490 werd Jan weer verslagen door Keizer Maximiliaan van Habsburg en kwam het kasteel in bezit van de keizer. Door de keizer werd nu een baljuw van het land van Woerden aangesteld, en werd het kasteel de woning van deze baljuw. In het kasteel zaten regelmatig gevangen in één van de kerkers opgesloten en volgens overlevering zou de als ketter bestempelde Jan de Bakker (1499-1525) ook in het kasteel hebben gevangen gezeten. In 1558 werd hertog Erik van Brunswijk met het kasteel beleend door Filips II. Volgens de ene bron (wikipedia) gaat het kasteel in 1572 al over in de handen van de Staten van Holland en behield hertog Erik alleen de inkomsten, terwijl het boek "Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht" vermeldt dat het kasteel pas in 1671 na onderhandelingen met de familie Van Brunswijk in handen van het Gewest Holland komt. Een jaar later, in het rampjaar 1672, nemen Franse troepen het kasteel in beslag en houden in het kasteel en ook in Woerden en omstreken flink huis. In 1676 wordt het kasteel in gebruik genomen door het Groot-Waterschap van Woerden, maar van die periode, die tot 1787 duurde, is weinig bekend. In laatst genoemd jaar is Willem van der Hoeve kastelein op het kasteel, als baljuw en dijkgraaf van het Groot-Waterschap. Waarschijnlijk omdat hij oranjegezind was, moet hij het kasteel verlaten en wordt de Commissie van Defensie in het kasteel gehuisvest. Deze commissie was patriottisch en moest de provincie Holland en de stad Utrecht beschermen tegen het leger van Willem V. Willem V schoot met steun van Pruisische legers Willem van der Hoeve te hulp en deze kon nog tot 1795 zijn functie op het kasteel blijven vervullen. Door de Franse bezetters werd het kasteel de eerste jaren gebruikt als gevangenis. Zo zetten zij mr. L.P. van der Spiegel (laatste raadspensionaris), Willem G.F. graaf Bentinck van Rhoon en Pendrecht en Stefanus Jacobus van Langen gevangen in het kasteel. In 1799 veranderd het kasteel in een hospitaal voor Russische en Engelse soldaten en vanaf 1811 voor Franse soldaten. Nadat de Fransen vertrokken waren en Willem I koning van Nederland geworden was, werd het kasteel eigendom van het Departement van Binnenlandse Zaken en werden er Franse krijgsgevangenen in ondergebracht. Het kasteel bleef daarna lang als gevangenis in gebruik. De gevangenen verbleven er onder erbarmelijke omstandigheden en tot twee maal toe brak er cholera uit in het kasteel (1853 en 1859) waarbij veel gevangenen stierven. Het aantal gevangen varieerde van 307 in 1836 tot 551 in 1846 en van 1861 tot 1872 werden vrouwen in het kasteel ondergebracht. De functie van vrouwengevangenis werd bij Koninklijk Besluit beëindigd op 29 april 1872. In 1873 werd door het Ministerie van Oorlog een zogeheten Centraal Magazijn van Kleding en Uitrusting ondergebracht, waarmee het kasteel bijna 110 jaar als opslagplaats voor allerlei militaire goederen en artikelen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel gebruikt voor het verplegen van soldaten van het oostfront en rond 1963 waren er Ambonnezen in het kasteel gevestigd. In 1980 komt er een einde aan de functie van Centraal Magazijn en sinds 1989 is er een computerfirma in het gebouw gevestigd. Sinds april van het jaar 2006 wordt het kasteel geëxploiteerd door Eurest Horeca. Zij hebben het kasteel laten verbouwen, waarna het eind 2006 geopend werd als restaurant. De manager heet A.J.G. van Dalen. (INFO). Bouwgeschiedenis Aan de hand van de bijgehouden rekeningen door Heynric Hermans hebben we een goed beeld van de bouw van het kasteel. Het door water omgeven kasteel lag direct aan de Rijn en was verbonden met de vaste wal, door een brug aan de ene kant over de gracht en aan de andere zijde door een brug over de Rijn. Naast de voorpoort, die voorzien was van en 'racyser' (valhek), stond een houten portiershuis met riet gedekt. Binnen de muren van het kasteel bevonden zich o.a. een oude zaal, bottelarij met losse toren, bakhuis, brouwhuis, keuken en stallen. Of het kasteel ook al direct de beschikking kreeg over een voorburcht is onduidelijk. Deze wordt pas voor het eerst in 1450 gemeld. Op de voorburcht bevond zich een 'toern die asperen hyet...' In 1418/9 werd het kasteel aangevallen. Er sloegen projectielen naar binnen en er brak brand uit. Na het herstellen van de rust, werd het naastgelegen kasteel Honthorst afgebroken. De bouwmaterialen, die daarbij vrij kwamen, werden gebruikt voor de restauratie van het kasteel. Rond 1424 was de bouw van het kasteel klaar. Het kasteel was vierkant met zijden van 50 m lang met op elk hoek een ronde toren. Tussen de torens waren overwelfde gangen aangebracht, met daar bovenop de weergang en weermuren. Deze overwelfde gangen zijn vrij uniek; alleen het kasteel Sluis in Zeeland, dat in 1794 werd verwoest, kende deze gangen ook. Deze gangen waren aardedonker en werden daarom 'duysteren ommeganck' genoemd. De vier hoektorens hadden elk hun eigen naam: de kerkertoren in het noordwesten, de gouden toren in het noordoosten, de grote toren, later 'Zwych Utrecht' geheten, in het zuidoosten en de 'molckentoren' of 'toirn by dat bachuys' in het zuidwesten. Tegen de muur tussen de kerkertoren en de gouden toren werden gebouwen geplaatst, die voor bewoning bestemd waren. Het oudste (oostelijke) deel daarvan stamt uit de 15e eeuw. Het middengedeelte werd in het begin van de 16e toegevoegd. Van het derde deel is niet bekend, wanneer het gebouwd werd. Dit deel werd in 1888 vervangen door een nieuwere vleugel. Ook tegen de andere drie muren werden vleugels gebouwd; rond 1477 tegen de oost- en zuidmuur en in 1480 tenslotte de westmuur. Elk vertrek kreeg zijn eigen naam: 'scrijffcamer', 'wijnkelre', 'bierkelre', 'poudercamer' (opslagplaats voor buskruit), 'koornsolre', 'staetcamer', 'vleyschkelre', 'ijskelre', 'kindercamer' en de 'clercamer'. Bovenop het kasteel stond een ooievaarsnest. In 1520 werd er nog een nieuwe vleugel aan het geheel toegevoegd, waarin o.a. twee bovenkamers, een kapel, een nieuwe keuken en een washuis werden aangebracht. Dit deel werd in die tijd 'het nyeuwe huys' genoemd. In 1590 werd het kasteel extra versterkt door het verbreden van de muren. Hierbij werden scherven uit de Romeinse tijd aangetroffen. Voor 1650 werden de vier hoektorens verlaagd; verder zijn er uit die periode bijna geen gegevens over verbouwingen van het kasteel bewaard gebleven. Tussen 1814 en 1818 werd er op de binnenplaats een nieuwe oostvleugel gebouwd, waarin gevangenen konden worden ondergebracht. Na 1873 werd deze vleugel gebruikt voor opslag van goederen. In 1842 was de grote toren zo bouwvallig geworden, dat deze moest worden afgebroken. Er voor in de plaats kwam een rechthoekig cellenblok, waarin 8 cellen werden aangebracht. Aan de ligging van het kasteel langs de rivier de Rijn kwam in 1961 een einde, door het afdammen en dempen van een deel van de rivier. In het begin van de 19e eeuw werd de gracht aan de noordzijde gedempt. Honderd jaar later volgde de gracht aan de zuidzijde. In de jaren 50 en 60 van de 20e veroorzaakte de gracht aan de westkant veel stankoverlast en er werd besloten ook deze te dempen. In 1989 werd deze gracht weer uitgegraven. Bij de restauratie van de brug, zijn de oorspronkelijke brugpijlers terug gevonden en deze zijn toen hergebruikt. Alleen de gracht aan de oostzijde is nog oorspronkelijk. |
Bewoners |
1415 - 1425 Jan van Beieren, hertog van Brabant 1425 Hertog Filips van Bourgondië 1488 - 1490 Jan van Montfoort 1490 keizer Maximiliaan van Habsburg De baljuw van het land van Woerden 1552 - 1584 hertog Erik van Brunswijk - 1671 familie Van Brunswijk 1671 Staten van Holland 1673 Het Groot-Waterschap van Woerden ca 1787 - 1795 Willem van der Hoeve, baljuw en dijkgraaf van het Groot-Waterschap 1799 - 1806 Hospitaal voor Russische en Engelse soldaten 1811 Verpleeghuis voor Franse miliciens 1814 Departement van Binnenlandse Zaken ca 1824 Departement van Oorlog 1831 Departement van Binnenlandse Zaken 1873 Centraal Magazijn van Kleding en Uitrusting 1940 - 1945 Ziekenhuis voor Duitse soldaten - 1980 Ministerie van Defensie 1989 een computerfirma 2006 Grand kasteel Woerden (Eurest Horeca) |
Huidige doeleinden | Het kasteel zal binnenkort in gebruik worden genomen voor het houden van feesten, vergaderingen en als restaurant. |
Opengesteld | Het kasteel zal alleen toegankelijk voor vergaderingen, enz. |
Foto's |
|
Bronnen |
Tekst: B. Olde Meierink (redactie), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht,
Onder auspiciën van de Stichting Utrechtse kastelen, Utrecht, Matrijs, 1995,
596 pag. Foto 1 en 2: uit eigen collectie Foto 3 en 4: Fotodienst Utrecht Afb. 1: Uit eigen collectie Afb. 2: Geschiedenis van de provincie Utrecht deel III (na 1780) Afb. 3 t/m 5: Archief van de heer J. Leemburg |