Ligging | Dit kasteel lag aan de Wijkersloot nr. 7 bij Wijk bij Duurstede. |
Ontstaan | De oudste vermelding van Vogelpoel dateert van 1304. In 1675 wordt er gesproken van een hofstede met torentje. |
Geschiedenis |
De oudste vermelding dateert uit 1304. Na enkele andere vermeldingen wordt de
Vogelpoel aan het eind van de 14e eeuw beleend aan Jan van Rijnesteijn, waarbij de
vermelding luidt: "het goed Vogelpoel in het kerspel Wijk, groot 18 morgen, met
huis, hofstede, gracht en timmering". De voormalige versterkte hofstede was een
leen van de heer van Abcoude. In het Gaasbeekse leenregister van 1449 wordt vermeld
dat Jan van Lijmbeeck Engbertsz. werd beleend met het 'goet in Melckwijck ende tgoet
Vogelpoel'. In de 15e en 16e eeuw is het verder in bezit bij de families De Gruter en Van Zuilen van Nijevelt. Zo wordt in 1570 Vogelpoel genoemd, als Anthonius van Zuylen van Nijevelt zijn vrouw Bernarda Grauwert de lijftocht van het goed schonk. Van het huis is verder niets bekend en ook de veronderstelling dat de voorganger van Vogelpoel de middeleeuwse ridderhofstede Wijckersloot zou zijn, is nooit bewezen. Zeer waarschijnlijk werd de hofstede in het derde kwart van de 16e eeuw gepacht door Jan Goes, waarna deze in 1580 overgedragen wordt op Christiaan Cornelisz en in 1616 op diens zoon Jan Christiaansz van Vogelpoel. Volgens een transportakte uit 1581 is Jan Hendrick Goosen eigenaar van Vogelpoel en in 1616 wordt deze overgedragen op Frederik Pythan, die gouverneur van Gulik en ’s-Gravenweerd is. Na zijn overlijden vererft de hofstede in 1628 op zijn dochter Elisabeth, die dan al weduwe is van Adolf van Alendorf. Een kleine twintig jaar later, in 1646, wordt "de hofstede Vogelpoel in zijn grachten met boomgaard en beplanting" overgedragen op haar zoon Johan Frederik van Alendorf, maar daarna is de hofstede toch weer in haar bezit gekomen. In 1654 wordt de hofstede vervolgens verkocht aan Geertruijt van Bijller, getrouwd met Nicolaes Martiny, 'predicant aen den Leytsendam'. In 1675 verpacht Geertruijt de hofstede aan Arien Gerrits van Bemmel. In de akte staat van Vogelpoel het volgende besschreven "het huys genaempt De Vogelpoel gelegen bij Wijck te Duurstede ende de landeryen daer onder behorende, met alles appendentigh en dependentigh van dien, mitsgaders de byestede, uijtgesondert het voorhuijs, het groote salet (=ontvangkamer) ter zijde het voorhuijs, de kamer boven de keldercamer, de twee camertjens van het toorntje, de helfte van de hoff, eensuijckerpeer en een pruijmeboom het welcke de verhuijdersche geduijrende de huijrjaren aen haer sal behouden, gebruijken en genieten". De hofstede was voorzien van een omgrachting, waarvan we ook een vermelding vinden in deze akte: de pachter was verplicht "de vijver die om het huijs loopt met goede visch te voorsien ende deselve schoon te houden en daer inne met geen seegen of eenige andere schadelijcke netten mogen vissche, dogh sal de verhuijrdersche oock vrij staen geduijrende de verhuijr-jaren daer inne tot haer gelieven te mogen visschen". Na de dood van Geertruijt in 1679 vererft de hofstede op haar zoon Johannes Martini, koopman te Utrecht. Hij verkoopt het geheel een jaar later aan Gerard van Rinckenraet. Arien Gerrits blijft de hofstede pachten tot 1684, waarna we Jacob Melchior van Bemmel als pachter vinden, die in 1705 wordt opgevolgd door zijn zoon Melchior Jacobss van Bemmel. Na de dood van Gerard vererft de hofstede op zijn twee dochters Maria en Johanna. In 1723 verpachten zij de hofstede opnieuw aan Baltus van Ommeren, die al sinds 1709 De Vogelpoel pachtte en de omschrijving luidt dan: "het huijs en toorn, agterhuijs, duijfhuijs, schuer en wagenhuijs". Na de dood van Baltus in 1731 komen we Gerrit Aertse van Bemmel als pachter tegen. Hij is een zoon van Arien Gerrits, die tot 1684 de hofstede had gepacht. Gerrit had tot 1716 de hofstede Riebeek gepacht. Financieel ging het Gerrit niet voor de wind, want begin 1751 werd door Maria van Rinckenraet beslag gelegd op zijn goederen en vee en tot overmaat van ramp ging in januari 1751 door een grote brand het achterhuis, de stalling en schuur in vlammen op. Ook de dieren van Maria vonden de dood; alleen het voorhuis bleef bewaard. Enkele jaren later werd Gerrit krankzinnig verklaard. Na de dood van Maria vindt in 1754 de verdeling van haar erfenis plaats. De Vogelpoel komt dan in bezit van Megteld van Ingen, die getrouwd is met Adrianus Reaal. Na de dood van Gerrit wordt de hofstede gepacht door zijn zoon Ary, die getrouwd was met Anna van den Heijligenberg. Na zijn dood, hertrouwt zijn weduwe met Johannes van der Weijde, die daarmee de nieuwe pachter wordt. Na de dood van Mechtild en Adrianus wordt door de erfgenamen de hofstede in 1798 via een openbare verkoping verkocht en het geheel wordt voor f. 8000,- gekocht door Johannes van der Weyde. De nieuwe eigenaar verpacht vanaf 1813 de hofstede aan zijn stiefzoon Gerrit van Bemmel, die de hofstede in 1822 erft, na de dood van zijn stiefvader. Bij De Vogelpoel hoort dan 56 morgen grond. Naast deze hofstede is Gerrit eigenaar van de hofstede De Stenen Kamer aan de Wijkersloot. Na het overlijden van Gerrit in 1845, wordt het boerenbedrijf voortgezet door zijn weduwe en zoon Johannes. |
Bewoners |
eind 14e eeuw Jan van Rijnesteijn 1449 Jan van Lijmbeeck Engbertsz 15e eeuw families De Gruter 1570 Anthonius van Zuylen van Nijevelt, getrouwd met Bernarda Grauwert 1581 - 1616 Jan Hendrick Goosen 1616 - 1628 Frederik Pythan 1628 - 1646 Elisabeth Pythan, weduwe van Adolf van Alendorf 1646 Johan Frederik van Alendorf - 1654 Elisabeth Pythan 1654 - 1679 Geertruijt van Bijller, getrouwd met Nicolaes Martiny 1679 - 1680 Johannes Martini, koopman te Utrecht 1680 Gerard van Rinckenraet - 1754 Maria en Johanna van Rinckenraet 1754 - 1798 Megteld van Ingen, getrouwd met Adrianus Reaal 1798 - 1822 Anna van den Heijligenberg, getrouwd met Johannes van der Weijde 1822 - 1845 Gerrit van Bemmel 1845 Johannes van Bemmel |
Huidige doeleinden | Op de plaats van het vroegere kasteel vinden we nu een grote omgrachte boerderij voorzien van een 19e-eeuws torentje. |
Opengesteld | De huidige boerderij is niet toegankelijk. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 1995 G. van Woudenberg, Tien oude hofsteden in de vrijheid van Wijk: veranderingen in eigendom en gebruik van circa 1500 - 1850 (deel 2), In: "Het Kromme-Rijngebied", tijdschrift van de Historische Kring 'Tussen Rijn en Lek', april 2009 43-1, blz. 18-21 |