Geschiedenis
|
Den Treek wordt al in 1334 vermeld in een oorkonde van de bisschop van Utrecht als
"Den Treeke aan de Beke". De naam is waarschijnlijk afgeleid van de schapentreek
(= schapendrift) die over het grondgebied zal hebben gelopen vanaf Leusbroek naar de
Leusderhei. Hoewel het niet meer te zien is, lag Den Treek vroeger aan de rand van het
toen veel grotere heideveld. Na in de loop van enkele eeuwen verschillende keren van
eigenaar te zijn veranderd, werd de hoeve Den Treek in 1712 verkocht aan Everard van
Weede, Heer van Dijkveld, voor 4.700 gulden. Zoals toen gebruikelijk was, bouwde hij
een zogenoemde herenkamer aan de boerderij. Dat was een compleet voor bewoning
ingericht vertrek, waar de heer (en zijn gezin) bij gelegenheid zijn intrek kon
nemen.
De vrouw van de pachter was verplicht de kamer schoon en fris te houden en tijdens
zijn verblijf de heer van al het nodige te voorzien. Blijkbaar kwam de heer Van Weede
hier vaak in de zomermaanden wonen, want hij liet veel aan de boerderij veranderen en
bijbouwen en de omgeving werd in een lusthof herschapen. In die tijd is van de hoeve
een buiten gemaakt, want als het landgoed in 1734 wordt verkocht aan iemand die zich
Nicolaas Treeker laat noemen, wordt het omschreven als een: "Heeren huizinge,
stallingen, koetshuis met ommuurde tuin, allees (oprijlanen), plantagien (kassen), een
grote vijverkom en watervallen". Toen was het inmiddels één van de grootste
boerderijen van de omgeving geworden met een oppervlakte van ongeveer 150 hectare. De
volgende zeventig jaar gaat het buiten weer verschillende keren in andere handen
over.
Elke nieuwe eigenaar knutselt er weer wat bij en koopt of verkoopt bijbehorend land.
Na 1800 heeft de hoeve ongeveer elk jaar een nieuwe eigenaar en in 1805 wordt het goed
zelfs twee keer verkocht. De herenkamer is dan verloederd tot een kroegje met een niet
al te beste reputatie.
Tenslotte laat mr. Willem Hendrik de Beaufort in 1807 zijn oog vallen op "de
buitenplaats genaamd Den Treek, met zijn huizinge, koetshuis en stallingen,
boomgaarden, tuin, bossen, singels, lanen en land, groot 25 morgen, in koop met
omgaande eike, beuke, esse, sparre, en berkebomen, daarop staande". Tevens werd
daarbij de boerderij met alles wat er bij hoorde met 33 morgen land overgedragen. In
dat zelfde jaar koopt hij ook de naastgelegen boerderij Wellom. De familie De Beaufort
is een protestants geslacht dat afkomstig is uit Frankrijk en zich in 1613 in dienst
van Frederik Hendrik in de Republiek had gevestigd. Willem Hendrik liet er geen gras
over groeien. Meteen begon hij met bouwen en verbouwen. Daarbij was er wel een
probleem. Tijdens de Franse overheersing van die tijd was er moeilijk aan
bouwmateriaal te komen. Daar had hij een oplossing voor gevonden. Het verhaal gaat
namelijk dat Willem een oude en vervallen buitenplaats aan de Vecht kocht, die
voorzichtig liet afbreken en het bruikbare sloopmateriaal naar Leusden liet
transporteren. Ook het naast Den Treek gelegen buiten Ooyevaarshorst zou voor de
uitbreiding/verbouwing van huize Den Treek gesloopt zijn.
Na de dood van Willem Hendrik erfde zijn zoon Arnoud Jan het huis. Die trouwde met
Anna Aleida Stoop. Na de dood van Jan Bernard Stoop, erft zijn enig kind Anna al zijn
bezittingen, waaronder een uitgestrekt gebied tussen Maarn en Zeist, waar in 1908
huize De Hoogt gebouwd zou worden. Zij zijn de ouders van Willem Hendrik de Beaufort
(1845-1918), die in 1877 gekozen werd tot lid van de Tweede Kamer en het hoogtepunt
van zijn carrière bereikte onder het kabinet Pierson (1897-1901), toen hij optrad als
minister van Buitenlandse Zaken.
Willem Hendrik vestigde zich na zijn huwelijk in 1873 op Den Treek, dat sinds het
overlijden van zijn vader in 1866 leeg stond. Hij werd geboren op Den Treek, maar
overleed in Den Haag.
In 1903 worden er nog een vleugel en een toren aan het huis gebouwd. In 1949 wordt het
verbouwd tot een hotel en wordt nog een verdieping aan de ‘nieuwe’ vleugel toegevoegd.
Aan de achterzijde komt een serre op het terras. Het huis gaat echter langzaam in
kwaliteit achteruit, het onderhoud laat te wensen over. In een vleugel van het gebouw
woonde nog geruime tijd Constance van Lynden, weduwe van Jan Aernout Anne Hendrik de
Beaufort. Toen zij op 10 december 1974 overleed, werd enige tijd later ook deze
vleugel bij het hotel getrokken.
In 1998 werd de buitenplaats met de direct aangrenzende grond met de parkaanleg en de
vijver, verkocht aan ‘Hotels van Oranje’. De nieuwe eigenaren Bram Mol en Charles de
Boer vestigen er een zeer exclusief hotel in. Daarvoor is het huis helemaal
gerestaureerd en verbouwd en is er ondermeer een ondergrondse parkeergarage
gerealiseerd.
|