Geschiedenis
|
Van oorsprong was het een bescheiden Romeins fort, dat in 47 door keizer
Claudius werd gesticht. Dit castellum speelde een rol bij de grote opstand
van de Germanen in 70 na Chr. Deze opstand vond langs de Nederrijn plaats
onder leiding van Claudius Civilis. Het castellum werd door de Germanen
verwoest, maar na de onderdrukking van de opstand werd het herbouwd.
Evenals het eerste castellum, had dit tweede castellum aarden wallen en
houten gebouwen en bleef bestaan tot ca 150 na Chr. Het kasteel speelde
een rol bij de verovering van de Friezen. De situatie aan de grenzen van
het Romeinse Rijk maakte het noodzakelijk om niet lang na het jaar 200
opnieuw een nog sterker castellum te bouwen. Dit derde castellum werd op
een hoger gelegen deel gebouwd en tenminste de ringmuur en het praetorium
(hoofdgebouw) waren van steen.
Volgens het boek "Hart van Nederland" uit 1950 zou Utrecht in de Romeinse
tijd geen Traiectum en ook geen Antoni(n)a, naar een Romeinse ridder,
geheten hebben, maar Albiobola. Prof. Dr. C.W. Vollgraff stelde dat,
nadat hij inscripties ontcijferd had, die in de jaren 30 van de vorige
eeuw opgegraven waren rond het domplein.
De Frankische koning Dagobert I (623-639) veroverde rond 630 het kasteel
en wilde het gebruiken als uitvalsbasis naar de Friezen. Hij liet een
kerk bouwen binnen de muren van het castellum. Het kasteel werd door de
Friezen verwoest. In 690 werd het weer terug veroverd op de Friezen en
weer herbouwd. Pepijn de oudste wijst in 695 het Frankische kasteel aan
als zetel voor Willibrord, voor zijn zendingswerk onder de Friezen.
Willibrord stichtte al vrij snel zijn munster binnen de grenzen van het
kasteel.
De Frankische kastelen bestonden altijd uit een hoofd- en voorburcht.
Volgens een gemeente-archivaris, de heer Mr. J.W.C. van Cmapen, bevond de
hoofdburcht zich tussen de Hamburgerstraat en het domplein, terwijl de
voorburcht zich dan op de plaats van het vroegere castellum bevond, dus op
de plaats van het domplein. Dit zou betekenen, dat het kasteel voor die
tijd vrij groot was.
In 834 en 835 werd Dorestad twee maal geplunderd door de Vikingen, onder
leiding van de Deense koning Harald. Trecht werd toen gespaard, terwijl de
vikingen toch met hun boten langs Trecht gevaren moeten hebben! Pas in
857 werd Trecht aangevallen door een Noors-Deense vloot en werd het
kasteel geplunderd en verwoest en een groot deel van de bevolking
vermoord. De toenmalige bisschop Hunger, 11e bisschop, wist te ontkomen,
maar het gevolg was wel dat Trecht werd opgeheven als bisschopsplaats. De
macht van de denen nam af, nadat in 886 koning Godfried vermoord werd en
in 891 de Vikingen een zware nederlaag leden aan de Dijle tegen Arnulf
van Karinthië. Na de verwoesting van Trecht werd Deventer de zetel van de
bisschoppen, wat tot ca 925 duurde. Bisschop Balderik, de 15e bisschop,
vestigde zich pas weer in Trecht, nadat hij het kasteel en de stad weer
herbouwd had. In een oorkonde (mogelijk onecht) uit 943 wordt verhaald
hoe Balderik de burcht met haar poorten, de muren met haar versterkingen
en de kerken weer heeft opgetrokken en een brug over de gracht heeft
gebouwd.
In 1122 verloor de burcht al zijn betekenis door de aanleg van een
stadswal en verbleef de bisschop van Utrecht hier ook niet meer.
Vanaf de tweede helft van de 12e eeuw zijn de overgebleven gebouwen
omgebouwd tot woningen, die 'De Vier Steenhuizen' werden genoemd.
|