Sterkenburg

Ligging Aan de Langbroeker Wetering, 4 km ten zuiden van Driebergen.
Adres: Langbroekerdijk 10, 3972 ND Driebergen-Rijsenburg.

Foto van het kasteel

Andere benaming castrum Langebruch
Ontstaan Het kasteel is de tweede helft van de 13e eeuw gebouwd.
Geschiedenis Vanaf 1196 komen we leden van de familie Van Wulven tegen als leenmannen van de bisschop van Utrecht. Eén van hen heeft waarschijnlijk kasteel Sterkenburg tussen 1250 en 1260 laten bouwen. In 1261 wordt er in een vredesverdrag gesproken over een 'castrum Langebruch', waarop de bisschop recht meende te hebben. Het enige leen rond Langbroek dat hiervoor in aanmerking komt is Sterkenburg. Tussen 1227 en 1259 wordt een Ernst van Wulven genoemd, die steeds partij koos voor de hertog van Gelre, zelfs nadat hij in 1257 na een opstand, de bisschop weer trouw beloofd had. Deze Ernst had bezit in Berkel, dat we later tegen komen in bezit van Gijsbert van Sterkenburg. Dit gegeven en overeenkomst tussen de wapens doet vermoeden dat de familie Van Sterkenburg een zijtak van de Van Wulvens is.
Vermoedelijk ging de Van Wulven, die op kasteel Sterkenburg woonde, zich vanaf 1270 Van Sterkenburg noemen. De eerste Van Sterkenburg wordt vermeld in 1304, als een Ernst van Sterkenburg gevangen zit, samen met de bisschop van Utrecht. Ernst is waarschijnlijk een zoon van Gijsbert van Wulven en kleinzoon van Alfer van Wulven. En Alver was familie van de in 1257 genoemde Ernst. In 1331 komen we Gijsbert, de zoon van Ernst van Sterkenburg tegen, die leenman was van de helft van de heerlijkheid Berkel, dat ook in bezit van Ernst van Wulven was.

Het geslacht van Sterkenburg sterft met deze Gijsbert al in mannelijke lijn uit, omdat hij alleen twee dochters had. Zijn dochter Catharina volgde hem in 1456 op in het leen en door haar huwelijk met Wouter van IJzendoorn, komt kasteel Sterkenburg in bezit van dit oud Betuwse geslacht. Ruim honderdzestig jaar is het kasteel in bezit van deze familie geweest. Kleinzoon Anthonis trouwde met Otta van Tuyll van Bulckestein en uit dit huwelijk werden alleen dochters geboren, waarmee dit geslacht ook in mannelijke lijn uitsterft. Dochter Mechteld trouwt in 1564 met Reinier van Aeswijn, heer van Brakel en Mechteld is als laatste van IJzendoorn bijna zestig jaar leenvrouwe van het kasteel geweest.
In 1618 wordt zij opgevolgd door haar zoon Anthony, die ook eigenaar was van de stadshuizen aan het Janskerkhof nr. 12 en de Minrebroederstraat nr. 14 in Utrecht. In 1626 laat hij een nieuwe toegangspoort bouwen, die toegang gaf tot de voorburcht en het middeleeuwse huis aan het Janskerkhof 12 wordt door hem verbouwd en er achter, nu Jansdam 14, liet hij een koetshuis met traptoren bouwen. Omdat Anthony kinderloos sterft, vererft Sterkenburg op een neef, die ook Antony van Aeswijn heet.

Deze neef is dan éénendertig jaar oud en getrouwd met Margaretha Torck van Nederhemert, maar hij wordt een jaar later op gruwelijke wijze vermoord! Wie de dader is, is nooit opgehelderd, zelfs niet toen de Staten van Utrecht vergiffenis beloofden voor de dader. Anthony wordt bijgezet in de familiegrafkelder in de kerk van Nederlangbroek. Zijn dochter is dan net geboren of wordt niet lang na zijn overlijden geboren. Zij wordt de nieuwe vrouwe van Sterkenburg en trouwt op 19-jarige leeftijd met Gijsbrecht van Mathenesse. Het echtpaar krijgt twee kinderen, waarvan het zoontje maar enkele maanden oud is geworden. Drie jaar later sterft Antonetta al en het kasteel vererft eerst op hun dochter Judith, die echter enkele maanden later sterft, waarna het kasteel op Gijsbrecht van Mathenesse vererft. Hij sterft een jaar later en wordt net als zijn vrouw en twee kinderen bijgezet in de grafkelder in de Pieterskerk van Leiden.
Een driejarige achterneef, Willem van Mathenesse, wordt de nieuwe heer van Sterkenburg. Het bezit is overladen met schulden en wordt grotendeels verkocht. Willem sterft in 1671 op vierjarige leeftijd, waarmee het geslacht Van Mathenesse in mannelijke lijn uitsterft. Hij heeft een zus Florentina en zij wordt nu vrouwe van Sterkenburg, Mathenesse, Riviere, Opmeer, Gouteveen, enz. In 1680 trouwt zij met Johan van Hardenbroek, die vier jaar later in bezit komt van de heerlijkheid Hardenbroek, waarvan hij door grote schulden in 1693 afstand doet. Het echtpaar krijgt drie kinderen, die alle drie ongehuwd blijven. Johan sterft al in 1695 en zij blijft als weduwe achter.

In 1725 koopt Catharina van Heusden voor 33.000 gulden het kasteel Sterkenburg van de weduwe Florentina van Mathenesse. Catharina is weduwe van Johan Fredrik Mamuchet van Houdringe, een uit Frankrijk gevluchte hugenoot en na haar overlijden vererft het huis op hun zoon Frederik. Frederik bleef ongehuwd en na zijn overlijden in 1740 vererven zijn bezittingen op zijn zus Johanna Catharina Mamuchet van Houdringe. Door haar huwelijk met Jan Jacob van Westrenen, raad en advocaat aan het hof van Utrecht, kanunnik van Oudmunster en heer van Wiers, Themaat en Lauwerecht, komt het kasteel in bezit van de familie Van Westrenen.
Dit echtpaar geeft op dracht om het kasteel gedeeltelijk af te breken en ingrijpend te verbouwen, waarbij de middeleeuwse toren behouden bleef. Deze verbouwing vond in 1767 plaats, maar Johanna Catharina heeft er niet lang meer van kunnen genieten, want ze sterft twee jaar later. Ze wordt eerst opgevolgd door haar zoon Johan André en daarna door haar kleinzoon Jan Jacob, die beide burgemeester van Utrecht waren. Laatstgenoemde trouwde twee keer en na zijn overlijden in 1817 wordt hij opgevolgd door één van zijn zonen: Jan Jacob (II). Deze verblijft op 25-jarige leeftijd in Florence, waar hij sterft. Omdat hij nog niet getrouwd was, vererft het kasteel op zijn halfzus Anna Maria Cornelia van Westrenen. Zij trouwt met Pieter Anthony Hinlopen, die zitting heeft in de Gedeputeerde Staten van Utrecht.

Na ruim twintig jaar in bezit te zijn geweest van het echtpaar Hinlopen-Van Westrenen wordt het kasteel op 4 januari 1848 verkocht aan mr. Karel Johan Kneppelhout. Dan wordt het kasteel opnieuw groots verbouwd; een verbouwing die ongeveer vijftien jaar in beslag neemt en waarmee het kasteel zijn huidige uiterlijk krijgt. De heerlijkheid Sterkenburg vormde vanaf 1813 een aparte gemeente, die in 1857 opgaat in de gemeente Driebergen-Rijsenburg.
Karel Johan voegt de naam van het kasteel toe aan zijn achternaam en na zijn overlijden in 1885 vererft Sterkenburg op zijn oudste zoon. Cornelis Johannes Kneppelhout van Sterkenburg is van 1885 tot zijn overlijden in 1938 eigenaar, waarna hij opgevolgd wordt door zijn zoon Cornelis Kneppelhout, heer van Sterkenburg, die tot 1967 eigenaar is. Hij kasteel blijft daarna ongedeeld eigendom van zijn kinderen, die dan in 1978 besluiten het kasteel met uitzondering van het landgoed aan de heer H. de Groot te verkopen.
Bouwgeschiedenis Het kasteel Sterkenburg had van oorsprong een vijfhoekige aanleg, die we in de Provincie Utrecht alleen tegen komen bij het kasteel van Vianen, dat gedateerd is op 1270 - 1280. In een keermuur werden kloostermoppen met een formaat van 31,5 x 14,5 x 8 cm aangetroffen, die in de tweede helft van de 13e eeuw werden gebruikt. Verder had het kasteel een grote ronde toren op de oostzijde. Door deze kenmerken dateren we kasteel Sterkenburg ook op de periode 1250 - 1300. De vijfhoek had muren met een lengte van 15 meter en de keermuur was waarschijnlijk de oorspronkelijke schildmuur.
De grote toren lijkt later aan de vijfhoek te zijn toegevoegd, ook gezien het afwijkende formaat kloostermop dat gebruikt werd: 29/30 x 14 x 7,5 cm. Deze toren heeft een doorsnede van 10 meter en muren met een dikte van 2,5 meter op de onderste drie bouwlagen. Op zijn laatst in de vijftiende eeuw is de toren verhoogd; dit kon worden vastgesteld doordat de muren daar dunner zijn, er afwijkend gemetseld is en er ok gebruik gemaakt is van spaarbogen. De eerste verdieping kon bereikt worden via een uitgebouwde traptoren, zoals we die ook nog bij kasteel Schonauwen tegen komen. De volgende woonlaag kon bereikt worden via een muurtrap, terwijl de daarboven gelegen woonlaag toegankelijk was via een vierkante bakstenen spiltrap. Deze toren had hoofdzakelijk een militaire functie, doordat er stookplaatsen en toiletten ontbreken.

Op 17e eeuwse tekeningen van het kasteel zien we een vrij hoog naar voren springend poortgebouw met een geveltop en twee arkeltorentjes. In die tijd moet het kasteel een binnenplaats hebben gehad, die omsloten werd door ringbebouwing en dit poortgebouw.
Op tekeningen die uit de 18e eeuw bewaard zijn gebleven zien we aan de zuidzijde ook nog een vierkante toren. Deze toren lijkt zes bouwlagen hoog geweest te zijn, had topgevels en werd gedekt door een zadeldak. Een boogfries en andere details doen vermoeden dat deze toren ook uit de 15e eeuw dateert.

Uit het jaar 1734 is een huurcontract bewaard gebleven, aan de hand waarvan we enigszins een indeling van het kasteel uit die tijd kunnen maken. In de eerste plaats was er een voorzaal, die dienst deed als schilderijenzaal en voorzien was van een open haard. Verder wordt er gesproken over het grote salet, de grote zaal en de hoekkamer. De laatste twee waren bekleed met goudleer en bevonden zich waarschijnlijk aan de achterzijde van het kasteel. In de vierkante toren bevond zich ook een kamer, die bewoonbaar was, omdat er gesproken wordt over 'behangen met oud sits'. Verder vond men op de bel-etage een keuken en een eetzaal. Onder de bel-etage bevonden zich kelders en de verdieping er boven bevonden zich vijf slaapkamers. Eén van de slaapkamers was gesitueerd boven de voorzaal; deze was behangen met een 'tapijtenlandschap'.
Deze middeleeuwse indeling van het huis ging geheel verloren bij de twee verbouwingen, die in de 18e en 19e eeuw plaats vonden. De oorspronkelijke indeling van de vleugels vinden we ook op een kaart van het landgoed Sterkenburg uit 1714 en de verbouwingsplattegrond uit 1767.

In 1767 geeft de toenmalige eigenaar, Jan André van Westrenen, opdracht om het kasteel gedeeltelijk af te breken en te voorzien van een nieuwe vleugel, ongeveer op de plek van de voormalige ingangspartij. Het ontwerp hiervoor werd waarschijnlijk gemaakt door de architect J. Verkerk. Deze nieuwe vleugel bestond uit twee bouwlagen met een hoge mezzanino. Het lijkt aannemelijk dat bij de bouw van deze nieuwe vleugel deels gebruik gemaakt werd van bestaande bebouwing, omdat de vleugel geen symmetrische indeling kreeg. De ingang bevond zich namelijk in de tweede travee van rechts. De vleugel, die aansloot op de ronde toren de en achtervleugel bleven behouden, terwijl de vierkante toren afgebroken werd. Het kasteel kreeg hierdoor een hoefijzervormige plattegrond.
Aan de hand van een uit 1829 bewaarde gebleven veilingboekje kunnen we ons een beeld vormen van het kasteel na de verbouwing van 1767: 'Bij het inkomen eene groote vestibule en gang, waar op uitkomt, voor eerst: eene groote zijkamer, eene kleinere dito (beide behangen en met schoorstenen) vervolgens eene grootsche en royale zaal, geleidende in eene groote eetkamer, behangen en met schoorsteen, waarbij nog een kabinetje, insgelijks behangen en met schoorsteen overkluisde provisiekamer; eene bijzondere ruime keuken met fornuizen, een waschhok, pompen en verdere gemakken; eindelijk twee groote en drooge kelders, hebbende den ingang in de keuken. Eene gemakkelijke trap, welke naar de tweede verdieping leidt, alwaar men vier kamers vindt (waarvan drie behangen en eene met eenen schoorsteen); terwijl op de derde verdieping zes kamers zijn, alle behangen en eene met eene stookplaats; luchtige zolders over het gehele huis, met eene knechtskamer; voor het overige is het huis voorzien, van vele gemakken, vaste kasten, bergplaatsen en wat dies meer zij, alsmede in den toren nog van onderscheidende vertrekken, en twee duivenvlugten'.

Door F.L. Certon werd in 1835 een olieverfschilderij van de achterzijde van het kasteel gemaakt, waarop te zien is dat de schuifvensters op de bel-etage en een deel van de erboven gelegen verdieping vervangen zijn door empire-vensters. Dit zal in het begin van de 19e eeuw hebben plaats gevonden.
In 1848 wordt de heer Kneppelhout de nieuwe eigenaar en hij gaf vrij snel na de koop opdracht om de middeleeuwse achtervleugel en de 18e-eeuwse frontvleugel afbreken. Hierdoor ontstond een representatiever en ruimer herenhuis, dat beter bij de wensen van die tijd paste. De middeleeuwse ronde toren, een deel van oude westmuur en de keuken aan de zuidzijde bleven ongewijzigd. De funderingen van de 18e eeuwse oostvleugel werden gebruikt voor de bouw van een nieuwe vleugel, hier achter werd een groot trappenhuis aangebracht, op de plek van de oude binnenplaats. Tevens werd ook nog de grote zaal met het onderhuis vernieuwd, waarbij hoogstwaarschijnlijk de kern van de middeleeuwse noordmuur bewaard is gebleven.
Verder kreeg het kasteel aan de zuidzijde een symmetrische voorgevel, met in het midden de centrale ingangspartij. Hierboven bevindt zich een topgevel met daarin het wapen van de ridderhofstad. Na deze grootscheepse verbouwing is het huis nauwelijks meer veranderd.

De ingang van het kasteel, die te bereiken is via een brede dubbele brug, bestaat uit een dubbele deur met daarboven een fraai bovenlicht met neogotische decoratie. Daar omheen bevindt zich een natuurstenen omlijsting, waarboven zich, net als bij alle vensters, een segmentboog bevindt. Als men het kasteel naar binnen gaat komt men in een vestibule met links en rechts twee even grote kamers. Achter deze vestibule bevindt zich de hal met een trap met dubbele opgang. In deze hal bevindt zich rechts een deur, die toegang geeft tot de eetkamer, terwijl zich aan de linkerzijde de keuken en mangelkamer bevinden.
Via de grote zaal kan men bij zowel de ronde toren betreden als ook via drie openslaande deuren het achter het kasteel gelegen terras. Dit terras is de plek waar zich vroeger de middeleeuwse vleugels bevonden; een lage muur geeft de omtrek van deze oude bebouwing aan. Vanuit de eetkamer kan men op een ruim balkon komen, met een balustrade van gegoten zink en daaronder gedecoreerde consoles van terracotta.

Bij de verbouwing in de 19e eeuw bleef de ronde toren en de kelder onder de grote zaal behouden. Wel werd de toren naar de eisen van de tijd aangepast. Zowel werd deze voorzien van een rondboogfries, een gekanteelde borstwering en verschillende (boog)vensters.
Van de in de 18e eeuw afgebroken vierkante toren waren de funderingen bewaard gebleven en deze werden hergebruikte voor een nieuwe meer naar voren springende vierkante toren. Deze toren werd, in tegenstelling tot de zuidvleugel, onderkelderd.
De eerdere genoemde dubbele brug, met dus een onderbrug en bovenbrug, geeft via de onderbrug het personeel toegang tot het onderhuis, terwijl de eigenaar via de bovenbrug het kasteel binnen kan gaan.

Tenslotte nog de voorburcht. Er werd in 1714 door Justus van Broekhuisen een kaart vervaardigd van het landgoed Sterkenburg. De voorburcht was rechthoekig en kende alleen aan de noordzijde geen bebouwing. Waaruit deze bebouwing bestond kunnen we deels zien op de tekeningen van Roelant Roghman uit 1646/7. In de eerste plaats stond daar aan de oostzijde een poortgebouw van twee bouwlagen en gedekt door een haaks zadeldak tussen topgevels. Dit poortgebouw was volgens het jaartal op de muur, gebouwd in 1626 en de doorgang had links en rechts een halfzuilen een segmentvormige, geblokte boog. Ook de overige gebouwen worden gedekt door zadeldaken tussen topgevels.
In de zuidvleugel bevond zich ook een poortdoorgang en via deze kwam men in een boomgaard met een kruisvormig lanenstelsel en een doolhof. Deze poortdoorgang bevond zich precies tegenover de toegangspoort van het kasteel. Deze zuidvleugel werd ook gedekt door een zadeldak. Deze vleugel is in de 18e eeuw gesloopt, om de zichtas van het kasteel te verbeteren. Er werd toen een brug over de gracht gebouwd en een balustrade aangebracht, die bij de verbouwing in de 19e eeuw weer verdween.
In de westvleugel waren de stallen ondergebracht met er achter de hooibergen. Deze vleugel werd ook in de 18e eeuw gemoderniseerd en kon men nu via een poortdoorgang op het achtererf komen. Ten oosten van het huis werd omstreeks 1850 een duiventil gebouwd.
Bewoners 1227 - 1259 Ernst van Wulven
Alfer van Wulven
Gijsbert van Wulven (zoon)
1304 - 1307 Ernst van Sterkenburg (zoon)
1331 Gijsbrecht van Sterkenburg (zoon)
1402 - 1418 Ernst van Sterkenburg (zoon)
1418 - 1456 Gijsbrecht van Sterkenburg (zoon)
1456 - 1465 Catharina van Sterkenburg (dochter), getrouwd met Wouter van IJzendoorn
1465 - 1538 Ernst van IJzendoorn (zoon), getrouwd met (2) Oda van Amstel van Mijnden
1538 - 1559 Anthonis van IJzendoorn (zoon), getrouwd met Otta van Tuyll van Bulckestein
1559 - 1618 Mechteld van IJzendoorn (dochter), getrouwd met Reinier van Aeswijn
1618 - 1646 Anthony van Aeswijn (zoon)
1646 - 1647 Antony van Aeswijn (neef), getrouwd met Margaretha Torck van Nederhemert
1647 - 1669 Antonetta van Aeswijn (dochter, geb. 1647), getrouwd met Gijsbrecht van Mathenesse
1669 Judith van Mathenesse (dochter)
1669 - 1670 Gijsbrecht van Mathenesse (partner)
1670 - 1671 Willem van Mathenesse (achterneef, geb. 1667)
1671 - 1725 Florentine van Mathenesse (zus van Gijsbrecht), getrouwd met Johan van Hardenbroek
1725 - na 1726 Catharina van Heusden (koop), weduwe van Johan Fredrik Mamuchet van Houdringe
na 1726 - 1740 Johan Frederik Mamuchet van Houdringe (zoon)
1740 - 1769 Catharina Johanna Mamuchet van Houdringe (zus), getrouwd met Jan Jacob van Westrenen
1769 - 1790 mr. Johan André van Westrenen (zoon)
1790 - 1817 mr. Jan Jacob van Westrenen (zoon)
1817 - 1827 Jan Jacob van Westrenen (zoon, geb. 1802)
1827 - 1848 Anna Maria Cornelia van Westrenen (halfzus), getrouwd met mr. Pieter Anthony Hinlopen
1848 - 1885 mr. Karel Jan Frederik Cornelis Kneppelhout Kneppelhout van Sterkenburg (koop)
1885 - 1938 Cornelis Johannes Kneppelhout van Sterkenburg (zoon)
1938 - 1967 Cornelis Kneppelhout, heer van Sterkenburg (zoon), getrouwd met Madeleine Marie Blanche Charlotte Ghislaine gravin du Chastel de la Howarderie
- 1978 fam Kneppelhout van Sterkenburg en familie Steengracht
1978 de heer H. de Groot
ca 2004 drie broers Van Helsdingen
Huidige doeleinden Het kasteel is bewoond.
Opengesteld Het kasteel is niet toegankelijk.
Foto's Foto van het kasteel Foto van de voorzijde van het kasteel Foto van het kasteel Foto van het kasteel
Foto van de ingang van het kasteel Foto van de boerderij behorend bij Sterkenburg Foto van de oranjerie Foto van de duiventoren
Foto van de dienstwoningen behorend bij Sterkenburg Foto van het kasteel op 19 oktober 2001 Foto van de duiventoren Foto van het kasteel met de toevoer naar de gracht
Prentbriefkaart van het huis uit ca 1900 Prentbriefkaart van het huis uit ca 1920
Prentbriefkaart van het kasteel uit 1904 Prentbriefkaart van het kasteel uit 1964 Prentbriefkaart van het kasteel uit ca 1965 Prentbriefkaart (luchtfoto) van het kasteel uit ca 1970
Schilderij van het kasteel door Imelda Schilderij van het kasteel door Imelda Kunstwerk van het kasteel door Imelda Kopergravure van het kasteel door C. Specht uit 1698 Tekening van Jan de Beyer (1703 - ca 1773) Tekeing van het huis dor P.A. Schipperus
Bronnen Tekst: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, onder redactie van B. Olde Meierink, Utrecht, Uitgeverij Matrijs, 1995
Foto 1 en 2: uit eigen collectie
Foto 3 en 4: Peter van der Wielen
Foto 5 t/m 10: Renk Knol, Monumentengids Driebergen
Foto 11 en 12: Mieke van Nellen
Foto 13: Gé van Diest
Foto 16 t/m 21: Archief van de heer E. Tiele
Afb. 1, 2 en 3: Imelda Feraille (Belgie)
Afb. 4: boek: Provincie Utrecht, 1966
Afb. 5: Kastelengids van Nederland, 1979
Afb. 6: Wandelingen door Nederland