Sluishoef

Ligging De buitenplaats Sluishoef staat in de gemeente De Bilt, Utrechtseweg nr. 315.

Oude tekening van het huis uit 1830

Andere benaming Sluis en Hoef
Ontstaan De oudste vermelding van Sluishoef dateert uit 1644. Het huis kreeg pas in 1858 zijn huidige vorm.
Geschiedenis In 1644 komen we een zekere Jan Schot tegen, die bij een sluisje in de Biltse Grift een bedrijf sticht voor het vervaardigen van vingerhoeden. Omdat het sluisje een verval heeft van 1,5 m, kan hij door het aanbrengen van een waterrad mooi van deze waterkracht gebruik maken voor het aandrijven van de slijpstenen.
Het is echter vreemd dat al vrij snel overgegaan wordt op aandrijving met paarden; het is niet duidelijk waarom dit gebeurde.

Gedurende anderhalve eeuw is deze vingerhoedenfabriek in gebruik geweest. Door de opkomst van nieuwe bedrijven in de steden, die gebruik gaan maken van machines, wordt de concurrentie zo moordend, dat het bedrijf uiteindelijk failliet gaat. In 1808 wordt het molenrad afgebroken, de grachten gedempt en de fabriek omgebouwd tot woonhuis.
In 1826 komt hierin verandering, als de heer De Heus het namens 's Rijks Munt het pand koopt, om het in te richten voor de schoonmaak van geldstukken en de bereiding van koperen specie voor de munten. De aandrijving vindt plaats door middel van een "kookfornuys", of te wel een stoommachine, want grote ergernis oplevert bij de buurman op Sandwijck. Hij kan het geraas en gesis niet waarderen en doet zijn beklag bij de gemeente.

Het industriële tijdperk van Sluishoef eindigt in 1848, als het geheel wordt opgekocht door jhr. D.J. Martens. Of hij familie is van de familie Martens van de ridderhofstad Voorn is niet bekend. Jhr. Martens laat 10 jaar later Sluishoef verbouwen in de huidige vorm. Een jaar later verkoopt hij zijn net nieuwe huis aan zijn buurman: mr. C.W.J. baron van Boetzelaer, die eigenaar is van Sandwijck.

Het huis is gebouwd in de vorm van een 'gedrongen Latijnse kruis' in een classicistisch stijl met een symmetrische voorgevel van zeven ramen breed. De middenrisaliet is 3 ramen breed, terwijl elk van de twee 'armen' van het Latijnse kruis 2 ramen heeft. Het middenstuk heeft een mooie tuindeur, die omlijst is met grijze houten pilasters en een kroonlijst.
De officiële ingang bevindt zich in de oostgevel. Deze ingang heeft een schijndubbele deur met bovenlicht, een brede omtimmering en een kroonlijst. Alle ramen in het huis rondboogvensters met bovenin twee spitsbogen.

Zoals hierboven vermeld is, komt het huis in 1859 in bezit van de familie Van Boetzelaer en wordt het onderdeel van het landgoed Sandwijck. In deze familie blijft het huis tot 1963, in dat jaar verkoopt de laatste bewoonster jkvr. J.Ch. baronesse van Boetzelaer Sandwijck aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Deze keek er verder niet meer naar om en liet de zaak verloederen.
Zoals in de beschrijving van Sandwijck te lezen is werd het huis gekraakt. Dit gebeurde met Sluishoef niet, omdat het huis bewoond werd tot zijn dood in 1994 door de heer G.A. van de Groenekan.

In 1984 wordt het gehele landgoed overgenomen door de Stichting Het Utrechts Landschap, die de aandacht in de eerste plaats richt op de oude uitgestrekte parktuin, vervolgens op Huis Sandwijck, de stijlvolle portierswoning en de zeer verwaarloosde schijnkapel, die als tuinelement in het park staat.
In 1999 werden plannen gemaakt om Sluishoef te gaan restaureren. Deze restauratie is inmiddels uitvoerd en Sluishoef is weer particulier bewoond.
Bewoners 1644 Jan Schot
1709 - 1729 Johannes Schot
1709 - 1745 weduwe van Johannes Schot
1745 - 1756 drie dochters van een zus van J. Schot
1756 - 1782 Cornelis Cazius, zoon van een halfzus van J. Schot
1782 - ca 1823 Lodewijk van Putten (schoonzoon)
1823 Dendrikus de Heus
- 1848 Johannes Hendricus de Heus
1848 - 1859 jhr. D.J. Martens
mr. C.W.J. baron van Boetzelaer
familie Van Boetzelaer
- 1963 jkvr. J.Ch. baronesse van Boetzelaer
1963 Rijksuniversiteit Utrecht
- 1994 G.A. van de Groenekan
1984 Stichting Het Utrechts Landschap
Huidige doeleinden Het huis is particulier bewoond.
Opengesteld Het huis is niet toegankelijk.
Foto's
Bronnen Tekst: Kastelen en buitenplaatsen op en om de Utrechtse heuvelrug, 1996
W.H. Meijer, Kleine Historie van de Bilt en Bilthoven, Uitg. Reinders, Bunnik, 1995
Afb. 1: J.W.H. Meijer, Kleine Historie van de Bilt en Bilthoven, Uitg. Reinders, Bunnik, 1995