Ligging |
Dit vermoedelijke kasteel stond tweeëneenhalve km ten zuidoosten van Woudenberg, tegen
de grens van Maarsbergen, maar was een enclave van Leusden, bij de boerderij Ringelpoel.
|
Andere benamingen | Ramelaar, Rumelaer |
Ontstaan | Het huis zou voor het eerst in de archieven voorkomen in 1340. |
Geschiedenis |
De naam Rumelare komen we voor het eerst in de archieven tegen in 1311. Borre van Amerongen heeft
met zijn leger een overval gepleegd op Rumelare, waarbij Jan en Riquin van Rumelare werden
gedood. Bisschop Guy van Avesnes doet daarna een rechterlijke uitspraak waarbij Borre en zijn
kornuiten een zoengeeld van 150 ponden moeten betalen, waarvan 40 ponden aan Everd van Rumelare.
Welk huis hierbij overvallen is, is niet na te gaan. In die tijd bestonden er 4 stukken grond,
die de naam Rumelaar droegen. In 1370 is er voor het eerst sprake van de hofstede Rumelaar. In dat jaar wordt er een regeling getroffen voor de afwatering van het goed van Gijsbrecht van Abcoude en het goed van de Proost van Maarsbergen. Het "goet te Rumelaer" is dan in leen bij Gijsbrecht Buys. In 1377 blijkt het "tgoet te Rumelaer, huys ende hofsteden, bouwelant, heyde, weyde, bosch ende vene, mit allen sinen toebehoren, alst gheleghen is int Wout in den kerspel van Ameronghen" eigendom te zijn van Willem van Rumelaer Zweders sone van Culenborch. Hij heeft het goed gekocht van "Ghisbert Buus sinen oom". Jan van Culemborg, was heer van Woudenberg van 1340 tot 1352, had een broer Sweder, die waaarschijnlijk getrouwd was met een Buys. In 1381 vermaakt deze Willem van Rumelaar een lijftocht uit het goed Rumelaar aan zijn vrouw Claesje Willem Wijnandsdochter. In 1422 volgt Sweder van Rumelaar zijn vader op als eigenaar. In 1446 komen we in de morgengeld-zettingen van het Eemland de volgende vermelding tegen: Willamskynder van Rumelaer; Er moet XXV oude sc. betaald worden. In 1449 en 1450 wordt door Sweder van Rumelaar lijftochten vermaakt. Sweder verkoopt in 1453 Rumelaar aan Henric Valckenaer, die er ook nog een stuk grond bij koopt dat ook Rumelaar heet. In 1470 komen we in de eerder genoemde morgengeld-zettingen weer Henric van Valkenaer tegen. Het lijkt waarschijnlijk dat de Van Rumelaren inderdaad op het kasteel gewoond hebben en dat onder de familie Van Valkenaer het kasteel in verval raakte of al was geraakt en dat ze de resten gebruikt hebben voor het bouwen van een hofstede. Via de Gaasbeekse leenboeken kunnen we een goed beeld krijgen van de eigenaars van Rumelaar. Na de dood van Henric Valckenaer in 1478, worden zijn twee zonen Hendrik en Johan Valkenaar ermee beleend. Zes jaar later zijn beide broers overleden en wordt hun moeder Godstouwe Freys Van Dolre gedurende vijf jaar de nieuwe eigenaresse. Als zij sterft, is haar kleinzoon Hendrik nog minderjarig. In 1620 wordt diens kleinzoon Herman Valkenaar van Duykenburg (broer), getrouwd met Margaretha van Mathenesse met het huis beleend. In al die beleningen wordt het goed omschreven als dat "goet tot Ruymelaer, met huys ende met hofstede, met bouwlant, met heyden ende met weyden, met bosschen ende met veen, alst gelegen is int Wout in den kerspel van Amerongen". Van de familie Van Mathenesse is het familiearchief bewaard gebleven en nu in bezit van de Hoge Raad van Adel. Daarin vinden we dat in 1643 de laatste Valkenaar met het huis beleend wordt: Florentia Valkenaar, getrouwd met Otto van Gelder. In 1654 sluiten ze een hypotheek van 7000 gulden af, met "het goet Ruymelaer anders Ringelpoel genoemd, groot 88 morgens" als onderpand. Zeven jaar later wordt hun zoon Herman van Gelder met dit goed beleend. In 1666 verkoopt deze Herman Rumelaar aan Bastiaan de Ridder ten behoeve van het Juffrouwenconvent van het Vrouwenklooster te De Bilt. Bij de verkoop is alleen nog sprake van een boerderij. Sinds de Refeormatie bestond het vrouwenklooster niet meer, maar de voormalige goederen werden beheerd door de Ridderschap van Utrecht. In 1776 komen we in de Gaasbeekse leenboeken tegen dat het Vrouwenklooster gemaand wordt het goed te verkopen, maar die verkoop vindt pas eind 18e eeuw plaats, als het beheer over de goederen overgenomen is door het Provinciaal Bestuur. Vanaf die tijd wordt ook alleen nog de naam Ringelpoel gebruikt. De nieuwe eigenaar wordt Bernard Sluyterman, die het op 13 juni 1798 doorverkoopt aan Philip de Halbritter, wonende op Geerestein. Deze verkoopt het op 9 augustus 1800 weer aan Antony de Bijll. In de loop van de 19e eeuw komt het landgoed in het bezit van de familie De Beaufort. Hoewel er hoogstwaarschijnlijk al geen sprake meer was van een kasteel, wordt het Huis Rumelaar genoemd in een 17e-eeuwse lijst van ridderhofsteden, samen met nog 4 andere huizen in Leusden: Heeze, Hoekhorst, Horst en Backevoort. Doordat het goed altijd een Gaasbeeks leen bleef, kon het terug gevonden worden op de kadasterkaart van 1832 en zelfs nog op de recente topografische kaarten. Op deze kaarten kan een deel van een vierkante slotgracht herkend worden, die zich iets ten noorden van de huidige boerderij Groot-Ringelopel bevond. Het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden van Van der Aa vermeldt Rumelaar als een voormalige adellijke hofstede, een half uur gaans ten zuidoosten van Woudenberg, naast Groot Landaas. Het Rijksarchief Utrecht beschikt over een schets van het huis Rumelaar (nr. 1762). We zien hierop een groot complex, bestaande uit een hoofdgebouw met twee verdiepingen en een dubbele zijgevel, een vrijstaand zeskante toren en een los poortgebouw. Bovendien liep er een zware gekanteelde muur langs het poortgebouw. Deze tekening komt uit de collectie Nidek; deze serie uit de omgeving van Amersfoort wordt als historisch nogal onbetrouwbaar gezien. Het huis lijkt verdacht veel op het huis Lichtenberg, zoals deze afgebeeld is op een kaart van Johan van Broeckhuijsen uit 1717. |
Bewoners |
1311 Jan, Riquin en Everd van Rumelare 1370 Gijsbrecht Buys 1377 - 1422 Willem van Rumelaer Zweders sone van Culenborch 1422 - 1453 Sweder van Rumelaar 1453 - 1478 Henric Valckenaer, getrouwd met Godstouwe Freys Van Dolre (koop) 1478 - 1484 Hendrik en Johan Valkenaar (zonen) 1484 - 1489 Godstouwe Freys Van Dolre 1489 - 1531 Hendrik van Valkenaar (in 1489 minderjarig) 1531 - 1573 Hendrik van valkenaar, getrouwd met Margaretha van Botbergen 1573 - 1589 Hendrik van Valkenaar (zoon) 1589 - 1620 Odilia Valkenaar (zuster) 1620 - 1624 Herman Valkenaar van Duykenburg (broer), getrouwd met Margaretha van Mathenesse 1624 - 1643 Herman Valkenaar (zoon) 1643 - 1659 Florentia Valkenaar (zuster), getrouwd met Otto van Gelder 1659 - 1666 Herman van Gelder (zoon) 1666 vrouwenklooster te De Bilt (koop) ca 1795 - 1798 Bernard Sluyterman 1798 - 1800 Philip de Halbritter 1800 Antony de Bijll 19e eeuw familie De Beaufort |
Huidige doeleinden | Op de plaats van het kasteel bevindt zich nu een boerderij met de naam Groot-Ringelpoel. |
Opengesteld | De boerderij is niet toegankelijk. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 1995 Ir. W.H.M. Nieuwehuis, Geschiedenis van Rumelaar, onder Woudenberg en Maarn, Historische cahiers van de Gelderse Vallei I - Woudenberg no. 1, 1996, 58 blz. een deel van de tekst komt van wikipedia Afb. 1: Het goed Rumelaar, Atlas Nidek, Collectie Museum Flehite, Amersfoort Afb. 2: Het Utrechts Archief Foto 1: Geschiedenis van Rumelaar, onder Woudenberg en Maarn |