Riebeek

Ligging Dit kasteel lag ten zuiden van het voormalige zwembad van Wijk bij Duurstede, op de plaats waar de Langbroekseweg de Kromme Rijn passeerde. Dit gebied wordt nu Vikinghofterrein genoemd.
Andere benaming Riebeeck, Stuvenest
Ontstaan Het huis wordt voor het eerst in 1377 genoemd.
Geschiedenis In 1377 wordt Riebeek als een leen van de heer van Abcoude vermeld: 'dat huys ende die hofstat tot Riebeke'. Met de Gaasbeekse goederen ging het in 1449 over naar de Utrechtse bisschop. In 1460 wordt het omschreven als 'Riebeeck geheiten Stuvenest'. Tien jaar eerder werd Jan van Zulen Gijsbert Ottenzoen beleend met 'een huijsinge ende hoffstede geheten Stuvenest met vier mergen lands gelegen in Nederlangbroek' die identiek zal zijn. Behalve de beleningen is van Riebeek niets bekend.
Volgens de heer Van Doorn, die in het Genealogische Blad "De Nederlandsche Leeuw" een artikel geplaatst heeft over Riebeek, zou dit huis het eigenlijke stamhuis van de familie Van Riebeeck moeten zijn geweest.

In de tweede helft van de 16e eeuw komen we leden van de familie Van Broekhoven tegen, die beleend worden met Riebeek, totdat in 1600 Jacob van Amerongen met het goed beleend wordt. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Jonker Jorephaes van Amerongen. Op 26 mei 1642 transporteert deze Jonker samen met twee zussen vier morgen land op de Melckwech, genaamd ‘op Riebeeck’ aan dominee Vincentius Bergius. Na het overlijden van deze dominee, verkoopt zijn weduwe, Helena Scherpingh, in 1658, een huis, hof en vier morgen land aan de Melkwech aan Petrus Blancheteste, die een gegoede burger is.
Petrus voegt in de loop van de jaren nog enkele stukken grond toe aan de hofstede met een totale oppervlakte van 17 morgen. In 1663 koopt hij de Heerehuysinge De Roethard in Overlangbroek met 24 morgen hof, boomgaard en bouwland. Door alle aankopen beslaat de grond van Riebeek in 1696 39 morgen grond.

De hofstede werd in de 17e eeuw verpacht aan leden uit de familie Van Bemmel. In 1612 komen we een Claes Gerritsz [van Bemmel] tegen, met de vermelding 'op Riebeeck', terwijl latere akten spreken van 'wonend in de Melckwech'. Deze Claes sterft in 1678 en dan komen we zijn zoon Arien Gerritsz van Bemmel als pachter tegen. In 1698 blijkt het huis bij de hofstede erg vervallen te zijn en Arien krijgt de opdracht van het stadsbestuur van Wijk bij Duurstede het huis weer op te bouwen. Hierdoor krijgt hij het financieel erg zwaar en hij sterft in 1700. Dan wordt de pacht overgenomen door zijn zoon Gerrit Arisz van Bemmel.
De hofstede vererft op de twee dochter van Petrus: Maria, getrouwd met Adriaen van Rossem, heer van Hardenbroek, en Elisabeth, getrouwd met Caspar van Panhuys. In 1729 is vrouwe Oriana Regina van Rossem, dochter van Maria, eigenaresse.

In 1742 wordt de hofstede in het openbaar verkocht. De hofstede wordt dan omschreven als: "zeekere huijsinge, hofsteede, drie bergen, eene waagenschuur, bak en duijffhuijs en verder getimmerte, Den Rietbeek genaamd, en aanhoorige zoo weij hooij als bouwlanden mitsgaders boomgaart en verdere bepotinge en beplantinge daarop staande". Het geheel wordt voor f. 2275,- gekocht door Jan Jacob van Westrenen, heer van Lauwenrecht.
Jan Jacob was in 1709 getrouwd met Johanna Catharina Mamuchet van Houdringe en mocht zich daardoor heer van Sterkenburg. Hij sterft in 1769 en zijn weduwe legateert de Riebeek aan haar jongste dochter Isabella van Westrenen, die getrouwd is met Willem Nicolaas Pesters, heer van Wulpenhorst. De rest van de 18e eeuw en het begin van de 19e eeuw blijft de Riebeek in het bezit van de familie Van Westrenen.

In 1830 is Jan Anthonie Godin van Westrenen de eigenaar van de hofstede en hij verpacht de hofstede aan Antony de Rooy. De hofstede wordt dan omschreven als: "eene huizinge, bakhuis, schuur en drie bergen, met veertig bunders, twee roeden zoo boomgaard, bouw en weiland, staande en gelegen onder de gemeente van Wijk bij Duurstede mitsgaders zestien bunders zeventien roeden bouw en weiland gelegen onder de gemeente van Langbroek’.
Bewoners 1380 heer van Abcoude
1449 de Utrechtse bisschop
1450 Jan van Zulen Gijsbert Ottenzoen na 1550 - 1600 familie Van Broekhoven
1600 Jacob van Amerongen
- 1642 Jonker Jorephaes van Amerongen
1642 - 1656 ds. Vincentius Bergius, getrouwd met Helena Scherpingh
1656 - 1696 Petrus Blancheteste
1696 - 1729 Maria Blancheveste en Elisabeth Blancheteste
1729 - 1742 Oriana Regina van Rossem (dochter van Maria B.)
1742 - 1769 Jan Jacob van Westrenen
1769 Isabella van Westrenen
1830 Jan Anthonie Godin van Westrenen (kleinzoon van Jan Jacob)
Huidige doeleinden Van het kasteel is niets meer terug te vinden. Mogelijk bevinden zich nog wel funderingen in de grond. Het natuurgebied "Vikinghof", waar zich de resten in de grond bevinden, is 9 ha groot.
Ongeveer op de plek van dit kasteel bevindt zich nu de boerderij De Kleine Melkweg aan de Langbroekseweg 2-4.
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Bronnen Tekst: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 1995
Inrichting Vikinghof-terrein
G. van Woudenberg, Tien oude hofsteden in de vrijheid van Wijk: veranderingen in eigendom en gebruik van circa 1500 - 1850 (deel 2), In: "Het Kromme-Rijngebied", tijdschrift van de Historische Kring 'Tussen Rijn en Lek', april 2009 43-1, blz. 12-15