Oudegein

Ligging Ten zuiden van het dorp Jutphaas, Oudegein 1, nu gemeente Nieuwegein, aan de weg naar IJsselstein.

Foto van het huis

Ontstaan De oudste vermelding dateert van 1211.
Geschiedenis In 1200 geeft de Duitse koning Filips van Zwaben aan bisschop Diederik van Utrecht toestemming om de tol langs de IJssel te verplaatsen naar een meer winstgevende plaats: het dorp Gein. Om de tol te kunnen bewaken werd er een kasteel gebouwd. Graaf Dirk VII van Holland is het niet eens met de tol en in 1202 vindt er een aanval plaats op het Sticht, waarbij het dorp Gein vernield wordt, maar het kasteel blijft gespaard. Het kasteel werd eerst ook Gein genoemd, maar om onderscheid te maken met het dorp komen we vanaf 1217 de naam 'Aldegeyne' of 'Oude Geyn' tegen. Het dorp 'Gheyne' werd vaak aangevallen, waardoor bisschip Johan van Zierik in 1295 om er een vrije en gevestigde stad van te maken. Hiermee kreeg het verschillende stedelijke rechten en vrijheden en de beschikking over een schepenbank.
Het wapen van het kasteel komt overeen met het wapen van de familie Van Wulven, waardoor we aannemen dat de eerste leenmannen tot deze familie behoorden en zich in de 13e eeuw naar hun bezit gingen vernoemen. In 1245 komen we Gerard Oudegein tegen en in 1289 Willem van den Ouden Geine.

Vanaf 1322 is Jan II van Diest de nieuwe bisschop, maar hij komt in grote financiële problemen en is genoodzaakt om een deel van zijn bezittingen af te staan aan de Graaf van Holland en de Hertog van Gelre. Ook Oudegein moet hij waarschijnlijk afstaan aan de Graaf van Holland, want deze beleent er in 1329 Hendrik Snoyenz. van den Ouden Geyn mee.
De Utrechtse gilden waren het niet eens met deze gang van zaken; volgens hen hoorde Oudegein een Utrechtse kasteel te blijven. Door deze Hollandse enclave waren ze bang dat dit invloed zou hebben op de handel en daarom veroveren ze het kasteel in 1332 en verwoesten het. De leenman en vijftien andere personen worden gevangen genomen. De Hertog van Gelre gaat dan optreden als scheidsrechter in dit conflict. Hij geeft toestemming op het kasteel te laten herbouwen en na drie jaar komt het kasteel weer in Utrechtse handen.
In 1342 besluit de toenmalige bisschop, Jan van Arkel, het kasteel om te bouwen tot een zwaar versterkt bisschoppelijk kasteel om zich te kunnen beschermen tegen de heren van IJsselstein. De bisschop neemt echter een verkeerde beslissing door Beemt van Snoyen te vragen om kastelein van het kasteel te worden. Door verraad van deze Beemt weet Gijsbrecht, heer van IJsselstein in 1355 het kasteel in te nemen en tot de grond toe af te breken. Ondanks voorgaande voorval blijft de familie Van Snoyen gedurende rest van de 14e eeuw bewoners van het kasteel, dat daardoor de naam "Snoyentoren" krijgt. Het kasteel wordt nogmaals verwoest in 1382 en weer opgebouwd.

Dan in 1403 wordt Oudegein verkocht aan Gerrit Bouman, burger van Utrecht. De verkoop wordt omschreven als "dat huis en de hofstede ten Ouden Gheine, met twee hoeven lands, alzoo als hij die hield van onzen lieven heer van Utrecht". Bijna de gehele 15e eeuw is het kasteel in bezit van deze familie, hoewel over deze periode weinig bekend is. Gerrit is zeventien jaar leenman van het kasteel en wordt na zijn dood opgevolgd door twee zoons: eerst Lodewijk en als deze kinderloos sterft volgt Johan hem op tot zijn dood in 1484. Ook Johan sterft kinderloos en Oudegein vererft op een achterneef. Lodewijk en Johan hebben een zus Agnes, die trouwde met Steven van Sleen. Hun dochter Aleit trouwde met Jan Conincx en uit dit huwelijk wordt Jan de Coninck geboren, de genoemde achterneef en nieuwe eigenaar van Oudegein. Hij heeft geen belang bij het kasteel en verkoopt het nog dezelfde dag aan Johan van Renesse van Rhynauwen.
Uit het huwelijk van Johan met Cornelia Oem Vrouwe van Bokhoven worden verschillende kinderen geboren, waarvan dochter Anna, die trouwde met Godard van Harff in 1510 sterft. Als Johan twee jaar later sterft erven twee kleindochters van deze dochter, Anna en Aleida, respectievelijk Rhijnauwen en het kasteel Oudegein. Deze Aleida van Harff, trouwt met Dirk I Heer van Boetzelaer, die landdrost en erfschenker van het de hertog van Kleef is. Na de dood van Aleida in 1560 erft hun zoon Jan van Boetselaer.

Jan of Johan sterft in 1575 en Oudegein vererft op zijn dochter Theodora, die trouwt met Willem Kettler. Niet lang voor haar dood in 1595 draagt zij het kasteel over aan Cornelia Hendricxdr van der Borch, weduwe van mr. Thomas Both. Als Cornelia drie jaar later sterft, wordt het goed gesplitst. Thomas en Cornelia hebben twee kinderen, te weten Hendrik (getrouwd met Emmerentia Bogaert) en Willempje (getrouwd met Aert Jans van Leeuwen) en beide hebben een zoon Gerrit, die in 1598 voor de helft met Oudegein beleend worden. Deze situatie duurt tot 1627.
In 1626 koopt Adriaan Ploos, heer van Tienhoven eerst de ene helft en een jaar later ook de andere helft, waarmee Oudegein weer in bezit van één eigenaar komt. De tot dan toe nog steeds middeleeuwse woontoren wordt in 1633 door Adriaan verbouwd. Hij breidt het kasteel uit met 'twee groote voorborchten, hameyde, schoone buyten cingelen, stegen, poorten, plantaige ende andersints'. Adriaan mag zich door prins Frederik Hendrik 'Ploos van Amstel' noemen, omdat hij de erkenning kreeg af te stammen van het oude geslacht Van Amstel van Mijnden.

Adriaan wordt opgevolgd door zijn zoon Gerard, heer van Lievendaal, die bijna vijftig jaar eigenaar is van het kasteel. Gerard heeft schulden gemaakt en zijn schuldeisers eisen Oudegein op, dat vier jaar na zijn dood verkocht wordt aan Johan Adolph van Alendorp. In de 18e eeuw wordt het kasteel nog drie maal verkocht en uiteindelijk wordt in 1773 Jan Jacob de Geer, heer van Rijnhuizen, ’t Geer, Maarsbergen, Maarn, Broekhuizen en Wijnestein, eigenaar van Oudegein. Sindsdien is het kasteel in bezit gebleven van zijn nakomelingen.
Bouwgeschiedenis Oorsponkelijk was Oudegein een middeleeuwse woontoren met een afmeting van 11,5 x 9,5 meter en muren met een dikte van 1,9 m en had een kelder met een tongewelf. Vooral op kelderniveau is de woontoren nog goed te herkennen.
In 1633 is de woontoren verbouwd tot een 17e eeuw omgracht landhuis, door aan de oostzijde een zes meter lange vleugel te bouwen. In de kelder van deze aanbouw, met een kruisgewelf, is nog goed zichtbaar dat het kasteel uit twee tegen elkaar aangebouwde delen bestaat. Op de hogere woonlagen is dit niet zichtbaar, doordat de middeleeuwse muur hier werd weggebroken. Het kasteel werd aan de voorzijde voorzien van zes vensters, die echter niet op gelijke afstand van elkaar werden geplaatst. Later werden deze kruisvensters vervangen door ramen met een roedenverdeling. De ingang kreeg decoraties, die overgenomen zijn uit de de boeken van Scamozzi.

Aan de achterzijde kreeg het kasteel vijf vensters en de westgevel werd voorzien van drie vensters, terwijl de oostgevel voorzien werd van vijf blinde vensters. Ook vindt men aan deze laatste zijde een aanlegsteiger.
Het kasteel kon bereikt worden via een brug over de gracht, die in de 19e eeuw werd voorzien van een dienstingang. Het kasteel werd voorzien van een aantal grote schoorstenen, die in de 18e eeuw uitzonderlijk rijk bewerkt werden.
Vanaf de middeleeuwen kende het kasteel een voorburcht, die nog steeds omgracht is. Hierop bevonden zich bijgebouwen en stallen. Op de voorburcht bevindt zich nu nog de prachtige 18e eeuwse boerderij, waarvan de stal een ankerbalkconstructie heeft.

Toen Frederik Jacob Heereman eigenaar van het kasteel was, werd Oudegein in 1724 omschreven als: 'Het al oudt, adelijck en riddermatigh huys ten Oudegeijn leggende in dubbelde graften met pleijhof: stallinge, koetshuys, hoovenierswooninge, brouwerije, torfhoeck‚ speelhuys, daythuys en cassen, met sijne valbruggen [] noch de ambachtsheerlyckheyt van het Geyn sijnde geweest een kleijn stedeken met stadsprivilegien'. Met 'pleijhof' werd waarschijnlijk de voorburcht aangeduid.
Bewoners 1245 Gerard Oudegein
1329 Hendrik Snoyenz
1342 - na 1355 Beernt van Snoyen
- ca 1403 familie Van Snoyen
1403 - 1420 Gerrit Bouwman
1420 - 1457 Lodewijk Bouman (zoon)
1457 - 1484 Johan Bouman (broer)
1484 Johan de Coninck (achterneef)
1484 - 1512 Johan van Renesse van Rhynauwen (koop), getrouwd met Cornelia Oem Vrouwe van Bokhoven
(Anna van Renesse (dochter, overl. 1510), getrouwd met Godard van Harff)
1512 - 1560 Aleida van Harff, Vrouwe van Oudegein (kleindochter), getrouwd met Dirk I Heer van Boetzelaer
1560 - 1575 Johan van Boetzelaer Heer van Oudegein en Ter Molen (zoon)
1575 - 1595 Theodora van Boetzelaer (dochter), weduwe van Willem Kettler
1595 - 1598 Cornelia Hendricxdr, weduwe van mr. Thomas Both
1598 - 1626 Gerrit Both en zijn broers en zusters (kleinkinderen, voor de helft)
1598 - 1626 Gerrit Arends van Leeuwen (kleinzoon, voor de helft)
1626/7 Christina Sas, weduwe van Berend Wttenengh
1626/7 - 1646 Adriaan Ploos van Amstel, heer van Tienhoven (koop)
1646 - 1695 Gerard Ploos van Amstel, heer van Lievendaal (zoon)
1695 - 1699 Godard van Ochten, als gemachtigde van de schuldeisers van voorgaande
1699 - 1705 Johan Adolph van Alendorp (koop)
1705 - 1745 Frederik Jacob Heereman (koop)
1745 - 1764 Frederik Willem Joseph Heereman (zoon)
1764 - 1773 Willem Anna baron van Wassenaar (koop)
1773 - 1782 Jan Jacob de Geer, heer van Rijnhuizen, getrouwd met Theodora Anna van Haeften
1782 - 1801 Theodora Anna van Haeften
1801 - 1831 Willem Carel Pieter de Geer heer van Oudegein (zoon) getrouwd met Isabelle Charlotta Amelia van Nassau La Lecq
1831 - 1871 Jan Jacob de Geer (zoon), getrouwd met Elisabeth Sophia Jacoba Falck
1871 - 1889 Helena Jacoba Elisabeth, Jan Floris Willem, Constance Sophia Adolphina en Jan Jacob de Geer (kinderen)
1889 - 1895 Jan Floris Willem, Constance Sophia Adolphina en Jan Jacob de Geer
1895 - 1904 Constance Sophia Adolphina en Jan Jacob de Geer
1904 - 1915 Jan Jacob de Geer (broer), getrouwd met Charlotte Gerardina van Hengst
1915 - 1930 Hermina Carolina Josephine de Geer (dochter)
1930 - 1985 Lodewijk Eduard de Geer (achterneef), getrouwd met Annie Hermine Roell
1985 Stichting Oudegein
Huidige doeleinden Het kasteel wordt nog steeds bewoond. Evenals de 17e eeuwse krukboerderij op het terrein van de voorburcht.
Opengesteld Zowel kasteel als boerderij zijn niet toegankelijk.
Foto's Ansichtskaart van het huis Foto van de achterkant van het huis Kopergravure van het kasteel door C. Specht uit 1698
Bronnen Tekst: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, onder redactie van B. Olde Meierink, Utrecht, Uitgeverij Matrijs, 1995
Het Utrechts archief
Foto 2: Uit eigen collectie
Foto 1 en 3: Peter van der Wielen
Afb. 1: boek: Provincie Utrecht, 1966