Ligging |
In Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, aan de Amsterdamse Straatweg.
|
Andere benaming | Op Buren, Opbueren, de steene camer, op Buijre, Obbueren |
Ontstaan | De naam Opbueren komen we als familienaam al tegen in 1365, terwijl de oudste vermelding van het huis van 1606 dateert. |
Geschiedenis |
Vanaf 1365 komen we in de archieven enkele personen tegen met de naam Van Opbueren,
hoewel er geen familieband tussen deze personen is vast te stellen: Willem van
Opbueren (1365), Sander van Opbueren (1402), Pauwels van Opbueren Sandersz
(1402 - 1428) en Reinier van Opbueren (1407). Daarnaast komen we nog een Aernt van
Opbueren tegen, "vertijd met een halve hoeve lands in Maerssenbroeck, noordwaerts
van den Proosten wetering" en een Hendrick van Opbueren te Maarssen, die in de
periode 1395 tot 1407 voorkomt in de bronnen over de bouw van de Domkerk te
Utrecht. Hij beschikte over 8 morgen land gelegen aan de Vecht. In 1623 wordt door Gerrit Coninck en Geertruijt Vosch van Avesaat een testament op de langstlevende opgesteld. Hierin staat het volgende: "seeckeren gedeelte van 't goet genaempt op Bueren off de steene camer gelegen in den gerechte van Maerssen haer comparante, bij dispositie testamentair van za: Joffr Weijndelmoet Ruijsch haere outmoeije was aengecomen". Wendelmoet Ruijsch was afkomstig uit een vooraanstaand geslacht uit Utrecht en trouwde met Frans van Noortwijck van Westrenen, maar hun huwelijk bleef kinderloos. In de leggers van het oudschildgeld (grondbelasting) komen we haar tegen in 1548 en 1600. Zij is dan eigenaresse van 16 morgen land. Hiervan verkoopt zij in 1603 6 of 7 morgen aan Peter Cornelisz Spijcker en een jaar later (1604) sterft zij op hoge leeftijd (mog. 86 jaar) en de rest van het land vererft via haar nicht Cunera Wteneng, die getrouwd was met Gerrit Vosch van Avesaat (overl. 1606), op haar achternicht Geertruijt Vosch van Avesaat. De andere twee morgen land komt in bezit van Agneta Vosch van Avesaat, een zus van Geertruijt. Zij verkoopt het spoedig aan Eduard van Hemert. In de loop van de tijd waren er verschillende plechten (=hypotheken) afgesloten op Op Buuren, te weten in 1601, 1606 en 1615. Op 19 oktober 1642 worden ze alle drie afgelost, wat op 20 oktober 1642 door Gerrit Coninck, de tweede man van Geertruijt Vosch van Avesaat wordt doorgegeven aan de schepenen, zodat zij dit kunnen bijwerken in de schepenboeken. In de plecht uit 1601 staat vermeldt, dat als onderpand werd gebruikt: "'t derden deel van twaelff mergen lants neffens t derdendeel van de hofstede daer t huijs, berch ende schuir op staet", terwijl er in 1606 gesproken wordt over de "vervallen stenecamer". In 1655 neemt een nakomeling van Eduard van Hemert, Joffr. Maria de Rechteren van Hemert een plecht op de twee morgen, die in haar bezit is. Een jaar later, in 1656, verkoopt zij als "beiaerde dochter mede erfgenaem van Eduwaert van Hemert haer za: grotevader, aen Gerrit Coninck sijn huijsfr. ende haerluijder erfgenamen, seeckere seste pard in elff ofte twaelff mergen lants gelegen in desz gerechte genaemt Obbueren ofte de stenecamer". Er bestaat dan nog steeds onduidelijkheid over het feit of er in 1603 nu 6 of 7 morgen land verkocht waren aan de heer Spijcker! Voor 1658 is het goed in handen gekomen van Koenraad Coninck, na het overlijden van zijn moeder Geertruijt Vosch van Avesaat. In 1658 wordt er op Op Buuren een plecht genomen van 1400 gulden, waarmee de totale schuld op 2000 gulden komt. De omschrijving van Op Buuren luidt: "seeckere Oud vermaerdt Slot vervallen wesende, genaempt Opbueren". Dat hier over een "Slot" gesproken wordt, komt waarschijnlijk omdat een stenen kamer vaak diende als ontvangst- en verblijfskamer voor de landheer en soms een kasteelachtig uiterlijk bezat. In 1659 wordt Jeronymus de Wilhelm de nieuwe eigenaar, maar het duurt tot 1663, tot de verkoop ook officieel via een transportakte geregeld is. Dit werd waarschijnlijk veroorzaakt door de schuld van 2000 gulden, die nog op het huis rustte en het spoedige overlijden van Koenraad Coninck. Jeronymus de Wilhelm was een vermogend man, die als koopman veel gereisd had, maar nooit getrouwd is geweest. Hij kocht Op Buuren uiteindelijk voor 8100 gulden. In datzelfde jaar kocht hij ook nog een buitenplaats in het Lauwerecht in Utrecht en verbleef hij in een huis aan de Nieuwegracht in Utrecht. De landerijen verhuurde hij aan Rutger Henricksen, eigenaar van het ernaast gelegen Oudenaarden. In 1678 sterft Jeronymus, en Op Buuren vereft op zijn broer David de Wilhelm. De waarde van het buiten was enorm gedaald, doordat de Fransen flink hadden huisgehouden in de Vechtstreek in 1672. Eerst laat David het huis opknappen, om het vervolgens in 1682 voor 4750 gulden te verkopen aan Guiljam Pels. Guiljam Pels kwam uit Amsterdam en had daar samen met zijn broer een handelsmaatschappij. Als hij in 1691 sterft, vererft Op Buuren op zijn broer Jean Lucas en zijn zussen Catharina Aletta en Johanna. In 1711 leeft alleen Johanna nog. Zij sterft in 1716 op tachtig jarige leeftijd. Zij laat een vermogen achter van 206.800 gulden! De erfgenamen van Johanna verkopen Op Buuren direct aan Johan van Bommel, kanunnik van Oud Munster. De boerderij met een groot deel van de grond wordt achtereenvolgens verhuurd aan Jan Jorissen van Dordrecht (3 jaar), Claas Huijgen Bom en Loef Lelyvelt. Johan van Bommel sterft in 1735 en zijn weduwe Antonetta van Maurick blijft alleen in het huis wonen, maar zij vereenzaamd erg in het stille Maarssen en in 1741 verkoopt ze het buiten aan Arnoldus Snoeck. Arnoldus Snoeck is getrouw met Maria Adriana Eston. Omdat ze geen kinderen hebben, laat Maria Adriana Eston tot 3 keer toe een testament opstellen, waarbij haar man als algemene erfgenaam wordt aangewezen. In één van die testamenten wordt vermeld, dat aan Opburen 'considerabele melioratien zijn gedaan', oftewel aanmerkelijke verbeteringen en wordt er uit de inboedel o.a. "een staande noteboom horlogie alsmede het noteboom buffet" vermeld. In 1756 sterft Maria Adriane en Arnoldus besluit te hertrouwen met Ursula Margarite de Salis. Na de dood van Arnoldus in 1779, blijft zijn weduwe tot haar dood eind april 1800 op Opburen wonen. Zij sterft op de leeftijd van 71 jaar. De erfgenamen van Arnoldus Snoeck besluiten het huis te veilen. In de koopvoorwaarden staat het volgende over het huis beschreven: "voorzien van een uitgetimmerde groote zaal [...] mitsgaders ruijme keuken, schoone zolder, goede kelders en anderen commoditeiten, stalling, koetshuis, tuijnmanswoning en verder getimmer, twee tuinen, schuijtenhuijs en twee stijgers". In de beschrijving wordt geen melding gemaakt van een boerenwoning en deze is waarschijnlijk in of kort na 1748 afgebroken. In 1800 wordt Gerardus Johannes de Joncheere voor 9800 gulden de nieuwe eigenaar. Gedurende zo'n 70 jaar blijft het huis in bezit van deze familie. In de 19e eeuw is het huis in bezit van de familie Van Veeren. Door de aanleg van de spoorlijn Amsterdam-Utrecht en in 1890 van het Amsterdam-Rijnkanaal raakte de familie veel bos kwijt, dat zich uitstrekte tot in Maarssenbroek. De familie besluit dan Op Buuren te verkopen. Casper van der Woude, bleker te Utrecht, wordt de nieuwe eigenaar. Een familielid van hem, H. van der Woude, vraagt in 1895 aan de gemeente Maarssen om een farmaceutische fabriek te mogen beginnen. In 1902 wordt de fabriek uitgebreid. De opvolger van H. van der Woude, Dr. A.B. van Linge, maakt van het landhuis een laboratorium. Na een explosie in het laboratorium, wordt het geheel wel weer opgebouwd, maar er is dan weinig meer over van het vroegere huis. |
Bewoners |
1548 - 1604 Wendelmoet Ruijsch 1604 - 1606 Cunera Wteneng, getrouwd met Gerrit Vosch van Avesaat 1606 - 1658 Geertruijt Vosch van Avesaat, getrouwd met Gerrit Coninck ca 1658 - 1662 Koenraad Coninck 1659/1663 - 1678 Jeronymus de Wilhelm 1678 -1682 David de Wilhelm 1682 - 1691 Guiljam Pels 1691 - 1716 Johanna Pels (en anderen) 1716 - 1735 Johan van Bommel, getrouwd met Antonetta van Maurick 1735 - 1741 Antonetta van Maurick 1741 Arnoldus Snoeck familie Van Veeren |
Huidige doeleinden | Van het huis is niets meer terug te vinden. Wel bevindt zich ten zuiden van Maarssen-Dorp een gebied langs de westelijke oever van de Vecht. Het ligt in de bedoeling hier een nieuwe wijk 'Op Buuren' aan te leggen. Vlak daarbij bevindt zich ook de 'Op Buurenbrug'. Deze brug ligt over een verbindskanaal tussen het Amsterdam Rijn-kanaal en de Vecht. |
Opengesteld | n.v.t. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: H. van Elk, Opburen, deel 1 t/m 4, In: Orgaan van de Historische Kring
van Maarssen, 33e jg. no. 2, 3, 4 en 34e jg no. 1, 2006-2007 Afb. 1: P.J. Lutgers, Gezigten aan de rivier de Vecht, 1836/1979 Afb. 2: Orgaan van de Historische Kring van Maarssen Afb. 3: Hannie Weststrate |