Ligging |
Dit kasteel heeft ter noorden van de kruising van de Van Lynden van Sandenburgweg
en de Cotherweg bij Cothen gestaan, ter hoogte van de plek waar de Cothergrift
onder de weg door gaat en in verbinding staat met de 12e eeuwse Hoofdwetering,
gemeente Wijk bij Duurstede (op afbeelding aangegeven met 1).
|
Ontstaan | Er is niets over het ontstaan van dit kasteel bekend. |
Geschiedenis |
In 1939 (geen 1949) is er onder leiding van archeoloog Braat archeologisch onderzoek
uitgevoerd ter hoogte van het bovengenoemde punt. Gevonden werd een spoor palissade,
een palissadegreppel en een aantal scherven uit de 9e/10e eeuw. Braat vermoedt dat
hier sprake is geweest van een houten woon-/verdedigingstoren aan de Rijn. In een kast van kasteel Rhijnestein werden twee doosjes met scherven gevonden. Er zat een briefje bij waaruit blijkt dat deze gevonden werden bij de iets zuidelijker gelegen boerderij "De Zeven Morgen". De heer Braat kreeg indertijd van de burgermeester van Cothen de scherven overhandigd. Mogelijk bevinden zich deze nog ergens bij de ROB. Volgens de heer Van Bemmel zijn er verschillende opties: Een 9e/10e eeuws werk ter verdediging van de doorwaadbare plaats door de Kromme Rijn, die zich ter hoogte van de Cotherbrug bevond en daarmee een verdedigingswerk tussen de graaf van het gouw Flethetti en de graaf van het gouw Opgooi. De palissade is van recentere datum en een onderdeel van een sluis die hier mogelijk gelegen heeft en waar het laatmiddeleeuwse goed Ten Zijl op duidt. Of de palissade heeft iets te doen met de later (?) alhier aangelegde Maurisdam (1531). Het terrein ligt ten oosten van Bloemenweerde en kan daarmee ook niet identiek zijn. |
Bewoners | Er zijn geen namen van bewoners bekend. |
Huidige doeleinden | Het terrein is nu in gebruik als weiland, in elk geval een archeologisch waardevol terrein. |
Opengesteld | n.v.t. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 1995 Dr. A.A.B. van Bemmel, Speurtocht naar een onbekend kasteel (?) te Cothen, In: Het Kromme-Rijngebied, tijdschrift van de Historische Kring 'Tussen Rijn en Lek', jaargang 33, 1999, blz. 34 - 37 |