Nienhof

Ligging Deze buitenplaats staat aan de Grotelaan nrs. 12-14-14a-16 te Bunnik.

Steendruk van het huis door P.J. Lutgers (1769)
Andere benaming Niënhof
Ontstaan Deze buitenplaats is na 1680 ontstaan.
Geschiedenis Al in de 15e eeuw werd het al genoemd als hofgoed van de bisschop van Utrecht. Omstreeks 1580 behoorde het tot de goederen van de Sint Laurensabdij.
In 1680 is er al sprake van een aankoop van een hofstede met zijn "huisinge, bergen, bakhuis en verder getimmerte". Er is sprake bij de verkoopakte van een hofstede en niet van een herenhuis. De mogelijkheid bestaat dat het herenhuis door de Fransen in 1672 is verwoest of dat er geen herenhuis gestaan heeft.

Er is pas sprake van een herenhuis in 1738 zodat aangenomen mag worden dat het herenhuis (Grotelaan 12) tussen 1680 en 1738 gebouwd moet zijn. In het jaar 1685 werd in de lijst van te betalen logiesgelden onder de paragraaf nieuw gebouwde huizen melding gemaakt van een heer Pesters. In datzelfde jaar treedt Willem in het huwelijk. Het is mogelijk dat hij het huis in 1685 heeft laten bouwen.
Bij het herenhuis werd in de loop van de 18e eeuw een tuin in formele stijl aangelegd met rechte lanen, vijverkom, doolhof en theekoepel. Deze theekoepel stond aan de Kromme Rijn. In 1773 is de buitenplaats eigendom van Jan de Pesters. Deze koopt in dat jaar ook het huis Cammingha.

Het park werd in de loop van de 19e eeuw gewijzigd in een meer landschappelijke stijl. Architect Albert Nijland maakt in 1878 in opdracht van Willem Nicolaas de Pesters ontwerpen voor een nieuw herenhuis. In 1882 laat hij de buitenplaats na aan zijn dochter Coenradina Carolina Theodora de Pesters. Er staat dan nog geen nieuw herenhuis. Zij trouwt in 1885 met Gijsbert Carel Duco Reinout baron van Hardenbroek, burgemeester van Bunnik. Op 7 juni 1892 werd door baron van Hardenbroek de bouw van het nieuwe huis op een al bestaande fundering aanbesteed. In 1894 is het voltooid en werd door L.A. Springer een ontwerp gemaakt voor de tuin in Engelse landschapsstijl met slingervijver, slingerlaantjes en verspreid staande boomgroepen. Het oude herenhuis werd gedeeltelijk gesloopt en als koetsierswoning ingericht.

Van Hardenbroek laat in 1908 een portierswoning (Grotelaan 8) bouwen. Het nieuwe, zeer grote herenhuis, is maar korte tijd bewoond geweest. In 1923 is zijn vrouw verongelukt en baron van Hardenbroek trekt zich terug in Driebergen. Al zijn bezittingen in Bunnik werden verkocht aan mr. Frans Jan Hendrik de Wetstein Pfister, afkomstig van Heidestein in Driebergen.
Het huis vond men echter te somber. Na het overlijden van de heer De Wetstein-Pfister laat zijn dochter in 1929 op advies van de rentmeester het nieuwe herenhuis weer slopen. Men had geen koper kunnen vinden en er moest jaarlijks een hoge belasting voor worden betaald. Van het vrijgekomen bouwmateriaal zijn in het dorp Bunnik een groot aantal huizen gebouwd. In 1986 zijn het 19e eeuwse koetshuis en een stal die bij het oude herenhuis stonden gesloopt, om plaats te maken voor een aantal garages en een uitbreiding van het oude herenhuis.
Bewoners Willem de Pesters
1773 - Jan de Pesters
1878 - 1882 Willem Nicolaas de Pesters
1882 - 1923 Coenradina Caroline Theodora de Pesters, getrouwd met Gijsbert Carel Duco Reinout baron van Hardenbroek
1923 - mr. Frans Hendrik de Wetstein Pfister
Huidige doeleinden Het huis wordt particulier bewoond.
Opengesteld Het landgoed is vrij toegankelijk.
Foto's
Bronnen Tekst: Bunnik, Geschiedenis en architectuur
Afb. 1: P.J. Lutgers, Gezigten in de omstreken van Utrecht, Amsterdam, 1869