Mijnden

Ligging Bij de Mijndense Sluis in Loenen aan de Vecht, gemeente Stichtse Vecht. Onder enkele aanlegsteigers in het nabijgelegen recreatiegebied zijn de funderingen gevonden van een middeleeuws huis.

Foto van huis in de buurt van vroegere kasteel

Ontstaan Het huis Mijnden werd in 1227 gesticht.
Geschiedenis Naar de stichting van het kasteel Mijnden is door veel onderzoek gedaan en velen kwamen tot de conclusie dat Egidius van Amstel het kasteel Mijnden rond 1227 gesticht moet hebben. Hij en zijn nakomelingen noemden zich "Van Amstel van Mijnden". Na de moord op Floris V in 1296 was het verstandiger om de naam Van Amstel te laten vallen en noemden ze zich voortaan Van Mijnden. Meer dan honderd jaar later, toen Philips van Bourgondië onder andere graaf van Holland geworden was, durfden ze weer de naam Van Amstel te voeren.
Egidius werd na zijn dood opgevolgd door zijn zoon Willem. Willem van Amstel van Mijnden overleed in 1285 en diens zoon Amelis van Mijnden werd daarna met het kasteel beleend. In het Oude Register van graaf Floris V komen we in ca 1295 Melis van Mijnden tegen bij een opsomming van de leenmannen. De omschrijving luidt: "melis van minden sine woninghe ende sijn goet in die Nesse ende sijn huys aen die Vecht". Mogelijk door de vele geschillen tussen de Van Amstels en graaf Floris V werd het kasteel Mijnden een leen van de graaf. Het kasteel Mijnden is daarna altijd een leen van van Holland gebleven, wat regelmatig moeilijkheden voor de bisschop van Utrecht opleverde.

Na de moord op Floris V is het kasteel Mijnden mogelijk verwoest, als gevolg van de vele maatregelen die werden genomen tegen de Van Amstels en Van Woerdens. Melis I van Mijnden sterft in 1317 en als zijn zoon Wouter met de beziitingen van zijn vader beleend wordt door Graaf Willem III, beloofd hij dat hij -indien hij een huis zou laten bouwen- dit huis als open huis aan de graaf ter beschikking zou stellen.
Of Wouter er in zijn korte leven nog toe gekomen is, weten wij niet. Hij trouwde met Geertruid van Ruwiel en hoewel deze vrouw al heel jong stierf kwam Wouter door haar toch binnen de kring van de Ruwiels.
Hoe dan ook, in 1348 heeft zijn zoon Amelis van Mijnden een huis met zes morgen land binnen het gerecht van Loosdrecht tussen de Drecht en de Blocklaan aan graaf Willem V opgedragen om het als leen terug te ontvangen. Wanneer men in aanmerking neemt dat de ceramiek, bij de opgravingen gevonden, geheel en al uit de 14e eeuw stamt, dan moet men wel tot de conclusie komen dat het teruggevonden huis door Wouter I of door Amelis II in de eerste helft van de 14e eeuw, tussen 1317 en 1348, is gebouwd.

Het huis te Mijnden is voor zover bekend nooit belegerd, wel bezet, maar ondanks dat kwam er toch regelmatig vreemd volk over de vloer, omdat de eigenaar verplicht was zijn huis open te stellen voor de Hollandse graaf. Tijdens één van de conflicten tussen de Graaf van Holland en bisschop Jan van Arkel werd Mijnden in 1353 bewaakt door Gijsbrecht Bokel van den Rijne met een aantal krijgsknechten.
Na het overlijden van Amelis II vererven zowel Ruwiel als Mijnden op zijn oudste zoon Wouter II van Mijnden en Ruwiel. Tijdens zijn leven volgt er in zowel Holland als Utrecht een rustige periode. Hij woont dan wisselend op slot Mijnden en slot Ruwiel, waarbij hij dan op het kasteel waar hij niet verbleef een beheerder met een aantal krijgers en bedienden achter.
Wouter II was een man die zijn leven lang heel wat moeilijkheden heeft meegemaakt, die hij vaak zelf veroorzaakte. De inwoners van Mijnden en de erbij horende Loosdrechten vonden dat hij misbruik maakte van zijn positie om persoonlijke belangen te bevorderen. Hij vond bijvoorbeeld dat hem het nakooprecht toekwam; hierbij kon hij goederen, die zijn onderdanen aan wie dan ook verkochten, van de verkoper overnemen tegen de bedongen prijs. Als ergens iemands onroerende goederen door het gerecht werden opgeëist en geschat, dan kon hij deze goederen ook voor de geschatte prijs kopen. Ook werden door hem de te betalen tienden te hoog vastgesteld en mochten de inwoners hun land niet ontvenen, waardoor ze veel inkomsten mis liepen. In 1384 besluiten de bewoners naar de graaf van Holland te stappen en daar hun grieven kenbaar te maken. In alle vier de punten werden de bewoners door hertog Albrecht in het gelijk gesteld.

In het begin van de 15e eeuw laaiden de twisten tussen de Hoeken en de Kabeljauwen weer op. Samen met de bisschop stond hij aan de zijde van de Kabeljauwen. Doordat Albrecht van Beieren in 1404 sterft, wordt hij opgevolgd door Willem VI. Door de opvolging ontstaan enkele opstanden, waarbij Wouter II en zijn zoon Amelis III zich als actieve krijgslieden toonden en blijkbaar was Wouter II goed bemiddeld, want hij leende de graaf flinke geldbedragen. Na enkele jaren heeft de graaf zijn gezag gevestigd en ontstaat er vrede tussen de graaf en de bisschop. Als dank voor zijn hulp maakt de graaf beide Loosdrechten, Mijnden en Muyeveld los van het het baljuwschap van Amstelland en Gooiland, voegt hier Teckop aan toe en deze gebieden vormen een nieuw baljuwschap, waarvan Wouter II de nieuwe baljuw wordt. Tussen 1423 en 1427 sterft Wouter II, drie zonen en een dochter achterlatend. Zijn zoon Amelis III volgt hem op als heer van Ruwiel en Mijnden; hij trouwde in 1391 met Margriet van Cronenburch.
Toen Amelis III zijn vader omstreeks 1425 opvolgde, was deze al in de zestig. Waarschijnlijk meer dan hem lief was, werd Amelis betrokken in de opvlammende Hoekse en Kabeljauwse twisten. Zijn huis Mijnden werd bezet door Hendrik van Nijenrode. Hendrik sneuvelt echter in 1426 tijdens een bloedige strijd bij Brouwershaven en wordt opgevolgd door zijn zoon Splinter van Nijenrode, die echter in het geheim Jacoba van Beieren had gesteund; daardoor valt hij in ongenade bij de graaf en Mijnden wordt beleend aan Filips Heynkaart. In 1428 vindt de 'Zoen van Delft' plaats, waarbij Jacoba alleen in naam gravin van Holland blijft. Door deze verzoening wordt Amelis III alsnog beleend met het kasteel Mijnden. In het begin van het jaar daarop sterft hij al, twee zonen, Amelis en Jan, nalatende.
We weten precies hoe het met Mijnden afliep. Maar de bronnen spreken elkaar hier wel tegen. Volgens de heer A.A. Manten koopt Amelis IV in 1446 kasteel Kronenburg van zijn neef Hendrik van Cronenburgh de jongere, die behoorlijk in financiële problemen zat, en vestigt zich op dit kasteel. Omdat hij niet meer op kasteel Mijnden woont, heeft het kasteel niet meer zijn belangstelling en niet vele jaren later laat hij het slopen.
Volgens het boek "Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht" uit 1995 verliep de geschiedenis anders: Herbert van Mijnden, een oom van de Van Mijndens die zich intussen op Ruwiel genesteld hadden, verwierf Kronenburg -aan de westkant van de Vecht- via een grootvader Amelis, gehuwd met Margriet van Kronenburg. Herbert woonde aanvankelijk zelf op Mijnden, maar gaf er blijkens zijn Gedenkschriften op den duur de voorkeur aan op Kronenburg te gaan wonen. Mijnden liet hij rond 1525 afbreken; voorlopig -naar het schijnt- zo ver dat hij er geen belasting meer voor hoefde te betalen. Uit allerlei getuigenissen moet men wel opmaken dat het nog lang duurde voordat alles was verdwenen en het terrein zo'n beetje aan kant was. Pas rond 1860 zijn de laatste puinhopen opgeruimd!
Het kasteel Mijnden is nooit als ridderhofstad erkend, omdat het al een ruïne was toen in 1536 door de Staten van Utrecht de eerste lijst van ridderhofsteden werd opgesteld.

Toen in 1963 plannen ontstonden binnen het Plassenschap om bij de Mijndense sluis voorzieningen voor de waterrecreatie aan te leggen, kregen archeologen de gelegenheid om het terrein te gaan onderzoeken, waar volgens oude kaarten het huis Mijnden gestaan zou moeten hebben. Van november 1963 tot het voorjaar van 1964 vonden er opgravingen plaats, waarbij resten van het kasteel werden terug gevonden. Het kasteel heeft een grondplan gehad van 25,5 x 16,5 m. Er werden verschillende formaten kloostermoppen terug gevonden: In de onderste lagen treft men moppen aan van 32 x 14 x 8 cm; daarnaast ook kleinere van 29 x 4 x 6 cm en 27,5 x 13 x 6 cm. Hieruit kan worden afgeleid, dat er bij de bouw van het kasteel gebruik is gemaakt van oud materiaal, mogelijk van het eerste kasteel, dat Egidius van Amstel liet bouwen. Het kasteel had buitenmuren met een dikte van 1,2 m en binnenmuren met een dikte van 0,6 tot 0,8 m. Daarnaast was er nog een doorgaande binnenmuur met een dikte van ongeveer 1,1 m, die over de gehele lengte van het kasteel doorliep (zie afb. 2).
In het terug gevonden muurwerk bevinden zich geen muurkokers, waaruit we opmaken dat het kasteel geen privaten heeft gehad, maar voorzien moet zijn geweest van uitgebouwde aan de buitenmuur hangende "heymelickheden". Een put werd echter niet gevonden; mogelijk bevond deze zich onder het uitbraakpuin. Jammer genoeg kon er geen uitvoerig onderzoek plaats vinden door het slechte weer en de hoge waterstand.

De grootste ruimte had een afmetind van 11,5 x 7 m. Waarschijnlijk is dit de grote zaal of ridderzaal (?) geweest, waarin de eigenaar zijn gasten ontving. Bij de terug gevonden resten van het kasteel zijn helaas geen trappen, stookplaatsen of doorgangen gevonden, hierdoor valt er weinig te zeggen over de bewoning van het kasteel. Het enige dat kon worden vastgesteld, is dat de ingang zich aan de noordkant bevonden moet hebben.
Helaas zijn er geen tekeningen van het kasteel gemaakt, omdat het huis al lang verdwenen was, voordat de eerste topografische tekenaars door het land trokken om tekeningen van kastelen en andere gebouwen te maken. Maar waarschijnlijk is het een kasteel geweest, bestaande uit een groot woonblok, dat gedekt werd door een schilddak en voorzien van kantelen voor de verdediging.

Bewoners 1227 - 1245 Egidius van Amstel (van Mijnden)
1245 - 1285 Willem van Amstel van Mijnden
1285 - 1317 Amelis I van Mijnden
1317 - 1326 Wouter I van Mijnden
1326 - 1351 Amelis II van Mijnden
1353 Gijsbrecht Bokel van den Rijne (beheerder)
1351 - 1423 Wouter II van Mijnden en Ruwiel
ca 1425 - 1426 Hendrik van Nijenrode
1426 - 1427 Splinter van Nijenrode
1427 - 1428 Filips Heynkaart
1428 - 1429 Amelis III van Amstel van Mijnden
1429 - 1446 Amelis IV van Amstel van Mijnden
1446 - 1465 Jan van Amstel van Mijnden en Ruwiel
1465 - 1473 Amelis IV van Amstel van Mijnden
1473 - 1494 Anthonie I van Amstel van Mijnden
1494 - 1539 Amelis V van Amstel van Mijnden
1539 - 1542 Anthonie II van Amstel, heer van Mijnden en Loosdrecht
1542 - 1578 Anthonie III van Amstel, heer van Mijnden en Loosdrecht
1578 - 1627 Anthonia van Amstel, Vrouwe van Mijnden, getrouwd met Steven (I) van Lynden
1627 - 1679 Jasper van Lynden, heer van Sinderen, Mijnden, enz.
1679 - 1702 Steven (III) van Lynden, heer van Hoevelaken, Mijnden, enz. (kleinzoon)
1702 - 1706 Willem de Gruyter, schepen en lid van de vroedschap van Utrecht (koop)
1706 - 1725 Jeronimo de Haze, heer van Mijnden en de beide Loosdrechten (koop)
1725 - 1761 Anna de Haze, vrouwe van Mijnden, getrouwd met Gilles Graafland (nicht)
1761 - 1766 Margaretha Helena Graafland, getrouwd met Mr. Jacob Alewijn (dochter)
1766 - 1788 Mr. Zacharias Henric Alewijn, heer van Mijnden en de beide Loosdrechten
1788 - 1789 Gilles Alewijn, getrouwd met Maria Cornelia van Loon
1789 - 1810 Jan Alewijn, getrouwd met Maria Catharina Trip
1810 - 1856 Mr. Jan Johannes Frederik Alewijn
1856 erven Mr. Jan Johannes Frederik Alewijn
1856 - 1873 Dr. Jan Conrad Hacke, heer van Mijnden
1873 - 1924 Conrad Jan Hacke, heer van Mijnden
1924 - 1963 Jan Elias Hacke van Mijnden
1963 - 1973 Angenita Geertruida, Agnes Maria Beatrix en Elisabeth Hacke van Mijnden

Huidige doeleinden Van het kasteel is niets meer terug te vinden. In het recreatiegebied is niets te zien van de funderingen. Vlakbij de Mijndense Sluis staat een huis met boven de deur geschreven: Voormalige ridderhofstad Mijnden.
Opengesteld Het hierboven genoemde huis is niet te bezichtigen.
Foto's Detail-foto van het huis in de buurt van het vroegere kasteel Detail van een oude kaart waarop het kasteel voorkomt Plattegrond van het kasteel a.d.v. opgravingen
Stamboom van het geslacht van Aemstel van Mijnden Zegels van Amelis III en Amelis IV van Aemstel van Mijnden
Bronnen Tekst: B. Olde Meierink (redactie), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Onder auspiciën van de Stichting Utrechtse kastelen, Utrecht, Matrijs, 1995, 596 pag.
A.A. Manten, Het geslacht Van Mijnden en kasteel Ruwiel, in: Tijdschrift van de Historische Kring Breukelen:
1. 1319 - 1352, jrg 6, nr. 1, 1991, blz. 4 - 14
2. 1352 - 1425, jrg 6, nr. 2, 1991, blz. 41 - 53
3. 1425 - 1472, jrg 6, nr. 2, 1991, blz. 54 - 67
4. 1472 - 1563, jrg 6, nr. 3, 1991, blz. 140 - 155
Foto 1 en 2: Uit eigen collectie
Afb. 1 en 2: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht
Afb. 3 en 4: A.A. Manten, Het geslacht Van Mijnden en kasteel Ruwiel