Lindenhoff

Ligging De buitenplaats Lindenhoff staat aan de Rijksstraatweg nr. 21 in Baambrugge, gemeente De Ronde Venen.



Andere benamingen Nieuwendijck, Schaeps Gift
Ontstaan Het is in of niet lang na 1737 gebouwd.
Geschiedenis In 1685 komen we Nieuwendijck en Schaeps Gift in de archieven tegen. Beide zijn ruim 20 morgen groot. Nieuwendijck is een boerderij, die in bezit is van een advocaat Cocq. Ik (KBR) vermoedt dat na zijn overlijden de boerderij op zijn dochter, Eva Theresia de Cocq is vererft.
Schaeps Gift komen we al in 1563 tegen, als het gekocht wordt door Symon Baucken. Zijn dochter Catharina was al vijf jaar daarvoor getrouwd met Gerrit Schaep en dat zal de inspiratie geweest zijn om het huis Schaeps Gift te noemen. In 1584 wordt er gesproken over 'seeckere huysinge en hoffstede met omtrent 20 mergen lants daeraen behorende, gelegen bij de Dorrewaert in den gerechte van Abcoude'. Bij de boerderij stond een heerschapshuis; wat mogelijk een soort voorloper van de latere buitenplaatsen was. Dit heerschapshuis is waarschijnlijk door de familie Schaep gebouwd, omdat er in 1563 alleen sprake is van een 'hofstede'.
Schaeps Gift is later in bezit van schepen Mr. Pieter Schaep (1635-1685) een kleinzoon van de eerder genoemde Gerrit. Na het overlijden van Pieter komt het huis in bezig van Anna Schaep, de enige volwassen geworden nakomeling. Zij trouwt met Mr. Franco Paul. Franco wordt benoemd tot Secretaris van de Hollandse Rekenkamer en Hoogheemraad van Delfland. Omdat het echtpaar dan in Den Haag woont, hebben ze waarschijnlijk besloten om Schaeps Gift te verkopen. In 1697 komt het dan in bezit van Cornelis Aerts Breur en na zijn dood wordt het in 1718 verkocht aan Hugo Dierten Laegland.
Dan komen we in 1731 Jacob Gousset, de schout van Abcoude, tegen, die een lening afsluit met Hugo Dierten van f. 1500,- met Schaeps Gift als onderpand. In 1734 koopt Gousset Nieuwendijck en in 1737 Schaeps Gift, waarmee beide boerderijen en het Heerschapshuis in één hand komen.

Jacob laat de boerderij Nieuwendijck afbreken en daarvoor in de plaats komt er een eenvoudig buitenhuis, dat de naam Lindenhoff krijgt. Omdat het Heerschapshuis ook zijn betekenis daarmee verliest, is het waarschijnlijk vrij snel afgebroken. In de archieven wordt daarna bij Schaeps Gift ook alleen van een boerderij gesproken.
Op de plaats van het Heerschapshuis is waarschijnlijk een boomgaard gepland. Bij de nieuwe buitenplaats hoort daarnaast ongeveer 40 morgen hooi- en weiland en de boerderij. Gousset sterft in 1744 en zijn bezittingen worden verdeeld over zijn enige dochter uit zijn eerste huwelijk en zijn tweede echtgenote. Weduwe Maria Hendrikse erft Lindenhoff en de boerderij Schaeps Gift, maar zij sterft al in 1745. Haar nalatenshap wordt op 28 October 1746 verdeeld over haar drie zussen.

Lindenhoff vererft dan op de jongste van de drie zussen: Magdalena Hendrikse. Zij is getrouwd met Dirck Kruyt en de omschrijving van Lindenhoff luidt: 'Lindenhoff, groot omtrent 1 mergen, nu genaemt Lindenhoff, voortijds Nieuwendijk'. Slects 1 morgen grond: het blijkt dat kort na het overlijden van Jacob Gousset in 1744, de overige ca 40 morgen land verkocht is aan Matthys Romswinkel, kanunnik van Oud Munster en Ritmeester van de kurassiers.

Eén van de bewoners van deze buitenplaats was Maria de Neufville (1699-1779), een lid uit een vermogend dopers geslacht uit Amsterdam. Een broer van haar, Mattheus, woonde in het huis aan Herengracht 475. Daarnaast had ze ook familie langs de Vecht wonen. Een oom van haar, Jan de Neufville, woonde in Oud-Over en een andere oom, Balthasar de Neufville, in Beek en Vecht.
Maria de Neufville woonde vlak bij haar broer Matheus op een klein buitentje bij Bennebroek en na het overlijden van haar broer in 1743 woonde ze daar nog tot oktober 1744. Daarna verhuist ze naar Lindenhoff, dat ze per half jaar huurt voor f.125,- van Maria Hendriks. Na 2 jaar op Lindenhoff gewoond te hebben, verhuist ze naar Donkervliet, dat ze eerst huurt en later koopt. Haar nichtje Maria Petronella de Neufville (1730-1773), weesdochter van haar broer Isaac sinds 1738, komt bij haar wonen.
Haar vertrek uit Lindenhoff heeft te maken met het feit dat de ervende zus Magdalena Hendrikse diezelfde dag, dat ze het erft, het huis verkoopt aan Nicolaas Mattheus van der Noot.

Twee jaar later verkoopt Nicolaas zijn bezit al weer en de nieuwe eigenaar wordt Everard Bouwer, die het huis laten vergroten en bovendien 3 morgen grond erbij koopt van Vrouwe Anna Constantia Romswinkel. Zij had Schaeps Gift en de ongeveer 40 morgen grond na het overlijden van haar vader Matthys Romswinkel geërft.

In 1815 wordt Lindenhoff gekocht door Joan August Classen, die in dat jaar ook nog de grond van de enkele jaren daarvoor afgebroken buitenplaats Langverswegen bijkoopt, waarmee de totale grootte van Lindenhoff 78 morgen (70 ha.) bedraagt. Joan August laat Lindenhoff in 1819 ingrijpend verbouwen, maar hij woonde nauwelijks of niet in het huis, omdat hij veel in Brussel verbleef, waar hij zijn werk had. In 1837 besluit hij het huis te verkopen via een openbare veiling en de nieuwe eigenaresse wordt Vrouwe Johanna Judith van IJsseldijk-Zeelt, die sinds 1817 door vererving eigenaresse was van het naastgelegen Postwijck. Waar ze overigens pas sinds 1832 woonde, omdat ze daarvoor samen met haar man op de Trompenburgh in 's-Graveland woonde.
In de komende 20 jaar wordt Lindenhoff steeds verhuurd en uiteindelijk in 1857 verkocht aan Jhr. Willem Karel de Rooy van der Does met nog maar 8 ha grond. Deze jonkheer kocht het huis voor zijn echtgenote, Maria Julia van der Does. In 1859 wordt door haar de buitenplaats uitgebreid met een theekoepel.

Vijf jaar later wordt Lindenhoff door Maria Julia via een openbare veiling verkocht, met daarin een clausule opgenomen, dat de nieuwe eigenaar het huis en alle opstallen met uitzondering van het tuinmanshuis moet afbreken voor of op 1 april 1863. De koper was Dirk de Groot Dirkszn, die timmerman was en het geheel kocht in opdracht van Herman Lejay, grondeigenaar te Warnsveld (Gld.). Dirk had van zijn opdrachtgever te horen gekregen, het niet af te breken.
Zeven jaar later wordt Lindenhoff opnieuw verkocht en wel aan Vrouwe Sara J.M. Bongardt, weduwe van Rudolf H.J. Veeren, een nicht van mevrouw Zeelt, die in 1865 ook al een groot deel van de grond van het vroegere Langverswegen gekocht had. Vrouwe Sara was blijkbaar helemaal niet tevreden over de theekoepel, want die werd in 1871 al afgebroken.

Drie jaar later wordt Lindenhoff, met slechts weinig grond verkocht aan de Gemeente.
Bewoners Nieuwendijck:
1685 advocaat Cocq
Eva Theresia de Cocq
1734 Jacob Gousset

Schaeps Gift:
1563 Symon Baucken
Catharina Symons Baucken (dochter), getrouwd met Gerrit Schaep
- 1685 schepen Mr. Pieter Schaep (kleinzoon)
1685 - 1697 Anna Schaep, getrouwd met Mr. Franco Paul 1718 - 1737 Hugo Dierten Laegland
1737 Jacob Gousset

1737 - 1744 Jacob Gausset, getrouwd met (2) Maria Hendrikse
1744 - 1745 Maria Hendrikse (weduwe)
1744 - 1746 Maria de Neufville (huur)
1746 Magdalena Hendrikse, getrouwd met Dirck Kruyt
1746 - 1748 Nicolaas Mattheus van der Noot
1748 Everard Bouwer
1815 - 1837 Joan August Classen
1837 - 1857 Vrouwe Johanna Judith van IJsseldijk-Zeelt
1857 - 1862 Jhr. Willem Karel de Rooy van der Does, getrouwd met met Maria Julia van der Does
1862 - 1869 Herman Lejay
1869 - 1872 Vrouwe Sara J.M. Bongardt
1872 Gemeente Abcoude
Huidige doeleinden In het oude koets- en tuinhuis van lusthof Lindenhoff is een boerenbedrijf gevestigd dat (dag)verse producten levert aan diverse gerenommeerde restaurants in Nederland en België. (INFO)
Opengesteld Er is ook een boerderijwinkel die elke zaterdag van 11.00 - 16.00 u geopend is.
Foto's
Bronnen Tekst: E. Munnig Schmidt, Lindenhoff en Donkervliet opnieuw bezocht, in: jaarboekje 1997 van het oudheidkundig genootschap Niftarlake, blz. 22-37
ir. D.L.H. Slebos, Drie verdwenen Buitenplaatsen aan de Angstel te Baambrugge, In: Jaarboekje 1998 Niftarlake, blz. 66 - 70