Ligging |
Deze buitenplaats ligt aan de Wilhelminalaan nr. 10-12 in De Bilt.
![]() |
Andere benamingen | Colenberg, 't Klooster, Het Klooster |
Ontstaan | In 1651 komen we de naam 't Klooster tegen, als 25 morgen grond door A.C. Parmentier gekocht wordt. Er wordt dan gesproken over een hofstede met huis en boomgaard. Na 1651 is mogelijk het bestaande huis verbouwd tot een buitenplaats. |
Geschiedenis |
Koelenberg ligt op het terrein van het vroegere Vrouwenklooster. Al voor 1484 is
er sprake van 'De Steene Camer', waaraan aan de westgevel een boerderij wordt
gebouwd. Later werd hier een kloostercomplex aan toegevoegd, dat na brand in
1585 weer werd afgebroken. Er zijn rekeningen bewaard gebleven van het
Vrouwenklooster, waaruit blijkt dat er uitgaven noodzakelijk waren voor
herstellingen. De gegevens in deze rekenigen geven sterk de indruk, dat deze
'Steene Camer' en de boerderij bewaard zijn gebleven. Deze restanten worden in 1647 in erfpacht uitgegeven aan Anthoni Charles Parmentier, die er in 1650 20 morgen aangrenzende grond bij koopt. In 1656 vraagt Parmentier of de heerlijke rechten van het kleine gerecht Colenberg, waarmee hij sinds 1650 beleend was, verlegd kunnen worden naar zijn nieuwe bezittingen. Colenberg was iets zuidelijker gelegen, op de plaats van het vroegere klooster Vredendael. Dit verzoek wordt ingewilligd. Rond 1770 komen we als eigenaar van de buitenplaats de familie Utenhoven tegen (vererving vond plaats via de vrouwelijke lijn); de buitenplaats draagt dan de naam 't Klooster. Het huis werd diverse malen vergroot en verfraaid. Het huidige pand, dat nog steeds terug te vinden is als onderdeel van het KNMI-complex, werd vermoedelijk in 1810 gebouwd, en diende als vervanging van het oudere huis, dat tussen dit huis en het koetshuis stond. In 1866 wordt het huis gekocht door C.W.J. Baron van Boetzelaer, die ook al eigenaar is van Sandwijck. Vervolgens vererft het huis op zijn zoon G.H.L. baron van Boetzelaer, die het landgoed in 1893 te koop aanbiedt. Het landgoed wordt dan aangeduid als "Landgoed Koelenberg of Het Klooster" en is 135 ha groot. Pas 4 jaar later wordt het huis dan met 10 ha grond gekocht door de K.N.M.I. De rest van het terrein wordt gebruikt voor de aanleg van het villapark Kloosterpark. De Baron zelf woont dan inmiddels op Houdringe. Door de KNMI wordt het huis verbouwd, onder toezicht van de rijksbouwmeester D.E.C. Knuttel. Aan de rechterzijde wordt een 15 meter hoge observatietoren toegevoegd met daar bovenop een 17 meter hoge beukenhouten opbouw, die om dwarrelwinden te voorkomen, zo open mogelijk gemaakt was. Later is deze houten opbouw echter weer verdwenen. Tijdens verschillende uitbreidingen werden in de grond enkele archeologische vondsten gedaan, zoals eem laat middeleeuwse waterput en de funderingen met een gedeelte van een keldervloer van het oudste gebouw. ook de fundering met wat opgaand metselwerk van een aan het oude gebouw aansluitend privaat en een gemetseld riooltje werden gevonden. |
Bewoners |
1647 Anthoni Charles Parmentier 1676 Anthonia Parmentier, weduwe van Burgemeester Foeijt - 1826 Reinier van Utenhove 1826 - 1839 W.F. de Vrij en zijn echtgenote 1839 F.H. Spengler 1866 C.W.J. baron van Boetzelaer - 1897 G.H.L. baron van Boetzelaer 1897 KNMI |
Huidige doeleinden | Het huis wordt nu gebruikt door het KNMI. |
Opengesteld | Het huis is niet toegankelijk. |
Foto's |
![]() |
Bronnen |
Tekst: internetsite van de Historisch Kring van De Bilt
(INFO) J.W.H. Meijer, Kleine Historie van de Bilt en Bilthoven, Uitg. Reinders, Bunnik, 1995 Afb. 1: De Utrechtse Heuvelrug. De Stichtse Lustwarande. Buitens in het groen Afb. 2: J.W.H. Meijer, Kleine Historie van de Bilt en Bilthoven, Uitg. Reinders, Bunnik, 1995 |