Hindersteyn

Ligging Deze ridderhofstad ligt aan de Langbroekerwetering in Langbroek, gemeente Wijk bij Duurstede.

Kopergravure van Henricus Spilman uit ca 1740

Ontstaan Het kasteel werd in ongeveer 1300 gesticht.
Geschiedenis Omstreek het jaar 1300 moet Hindersteyn gesticht zijn door Hinder van Wulven. Over de herkomst van de naam Hindersteyn wordt verschillend gedacht. Deze kan zijn ontstaan, doordat Hinder, dat afgeleid is van Hendik, zijn naam aan het kasteel gegeven heeft. Andere verklaarders zeggen, dat de naam afgeleid is van een hinde, omdat in het helmteken op het wapen van Hindersteyn een hinde is afgebeeld. Een derde groep verklaarders denkt dat de naam is afgeleid van het werkwoord hinderen. Hinder kwam overigens uit een belangrijk geslacht, dat meerdere kastelen gesticht heeft. In de heraldiek (wapenkunde) is dit geslacht herkenbaar door golvende dwarsbalken, overigens variëren de kleuren: van goud tot zilver met blauw, rood of zwart.
Het is onduidelijk waarom de familie Van Wulven zo kort eigenaar geweest is van Hindersteyn. Rond 1315 wordt Willem van Suermont, afkomstig uit de omgeving van Beusichem, als eigenaar genoemd. Vanaf 1287 komen we hem al tegen in Langbroek; in 1310 als heer Suermont te Langbroek. Het kasteel vererft van vader op zoon en vanaf circa 1350 gaan de eigenaars zich "Van Hindersteyn" of ook wel "van Zuermont van Hindersteyn" noemen. De oudste vermelding van de toren dateert uit ca. 1380: "sijn steenhuys te Hyndersteyn met al der hofstede".

De laatste "Van Suermont" is Willem van Zuermont van Hindersteyn. Hij was getrouwd met Dirckgen van Jutphaas van Blochoven en werd van 1458 tot 1463 met het kasteel beleend. In 1463 wordt Berent Grauwert, schepen van Utrecht, door Bisschop David van Bourgondië met Hindersteyn beleend, waarna het kasteel meer dan honderd jaar in bezit van deze familie blijft. De eigenaars uit deze familie heten allen Berent, op de laatste eigenaresse na, zij heette Berendina. In 1536 wordt door de Staten van Utrecht een lijst van ridderhofsteden opgesteld; op deze lijst komt Hindersteyn niet voor. Twee jaar later, in 1538, wordt Hindersteyn op aandringen van Geertruyd van der Eem, namens haar zoon Berent Grauwert, alsnog erkend en toegevoegd aan de lijst.
Berent Grauwert sterft kinderloos in 1566 of 1567 en Hindersteyn vererft dan op zijn zus Berendina Grauwert, die getrouwd was met Anthonius van Zuylen van Nijevelt. Hiermee komt het kasteel in die familie. De zoon van Berendina Grauwert, Frederik van Zuylen van Nyvelt, wordt al tien jaar later met het kasteel beleend. Frederik sterft kinderloos, wanneer is mij onbekend, maar volgens een vermelding in het Utrechts Archief was er niemand van de erfgenamen, broers, zussen, neven en nichten, die erfgenaam wilde zijn. Elders kom ik tegen dat een nicht van Frederik, Cornelia van Zuylen van Nijevelt met het kasteel beleend werd. Zij was getrouwd met Evert van der Marsche, die na de dood van zijn vrouw in 1617, hulder (plaatsvervangend eedaflegger) werd van Hindersteyn namens zijn zoon Bitter, tot hij meerderjarig zou zijn. In 1626 wordt Bitter van der Marche dan beleend.

Bitter wordt na zijn dood opgevolgd door zijn dochter Anna Cornelia, die trouwde met jonkheer Adolf van Oostrum. Na de dood van Dolf blijft Anna Cornelia achter met veel schulden, waardoor ze in 1682 genoodzaakt is om het kasteel te verkopen voor 10.500 gulden aan vrouwe Mechteld van Reede van Renswoude. Zij was inmiddels vierentwintig jaar weduwe van Gijsbert van Hardenbroek en kocht het kasteel voor één van haar zes kinderen: zoon Gijsbert Johan. Gedurende ruim 30 jaar blijft het kasteel bezit van de familie Van Hardenbroek, maar dan wordt het in 1713 door Johan Louis van Hardenbroek publiekelijk verkocht aan Matthias van Romswinkel, die kanunnik van het kapittel van Oudmunster is. Zeven jaar later verkoopt Matthias het huis al weer en wel aan mr. Daniël de Milan de Visconti. Hij was baron van het Heilige Roomse Rijk en stamde uit een zeer gefortuneerde familie, die meerdere huizen en landerijen in het Sticht bezat. Met de dood van de zoon van Daniël, Gijsbert Franco baron de Milan de Visconti, in 1780, sterft de familie Milan de Visconti uit.

Een nicht of achternicht van Gijsbert Franco, Jacoba Johanna Guitton, was hem en zijn familie jarenlang tot steun en toeverlaat geweest en ze was dan ook door hem als universeel erfgenaam aangewezen. Ook Jacoba Johanna sterft kinderloos, waarna haar bezittingen overgaan naar een nicht van haar, Wilhelmina van Flodrop, die getrouwd was met Friedrich Johann von Derfelden. De familie Von Derfelden kwam van oorsprong uit Estland en hun familienaam was een verbastering van de naam van hun ridderslot Dornfelden. Na de dood van dit echtpaar erft hun zoon Gijsbert Franco van Derfelden. Hij is ook heer van Snellenburg en veranderde zijn achternaam in Von Derfelden van Hindersteyn.
Gedurende achttien jaar is Gijsbert Franco eigenaar geweest van Hindersteyn, maar dan besluit hij in 1841 het kasteel te verkopen aan Philip Julius baron van Zuylen van Nyevelt. Na ruim tweehonderd jaar, is het kasteel weer in bezit van deze familie. Opnieuw achttien jaar later sterft Philip Julius en het kasteel vererft op een verre neef: Philip Julius Hendrik graaf van Zuylen van Nyevelt, die op dat moment nog maar elf jaar oud is. Tot hij meerderjarig is, neemt zijn vader het beheer over zijn erfenis op zich. Als hij 33 jaar oud is verkoopt hij Hindersteyn aan jonkvrouwe Johanna Jacoba Vegelin van Claerbergen. Deze jonkvrouwe woont zelf niet in het kasteel, maar verhuurt het aan de familie Manger Cats.

In 1894 wordt Arnoud Nicolaas Justinus Maria baron van Brienen van de Groote Lindt via een openbare veiling eigenaar van het kasteel. Hij was geboren en woonde op de buitenplaats Clingendael onder Wassenaar. Het huis had hij gekocht voor belegging en werd gebruikt voor hooiopslag. Naast Hindersteyn was hij van meer bezittingen in Langbroek eigenaar, zoals Rhodenstein en Zuilenburg. In 1903 sterft hij op een schip, dat onderweg van Italië naar Egypte is en krijgt de Middellandse Zee als graf. Gedurende acht jaar blijft het kasteel nog in bezit van zijn erfgenamen, waarna ze Hindersteyn verkopen aan mr. Jean Baptiste Louis Corneille Charles baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn, heer van Schalkwijk en Weerdesteyn. De belangstelling voor het kasteel neemt weer toe, want zijn familie gebruikt het kasteel als zomerhuis. In 1900 was hij getrouwd met Judith Maria Assuera Theresia Ignatia van Wijnbergen en hun oudste zoon werd in 1901 geboren.
In 1936 volgt deze zoon, Karel Lodewijk Cornelis Maria Ignatius, hem op. Na de oorlog start hij een fruitbedrijf op het landgoed en gaat definitief op Hindersteyn wonen. Door enorm tegenvallende opbrengsten van het fruit, besluit hij in 1968 om het kasteel te verkopen. In 1971 verkoopt hij 60 hectare aan H.J.E. van Beuningen en een jaar later het kasteel met 5 hectare grond aan A.F. Geytenbeek, die nu nog steeds de eigenaar is.

De middeleeuwse woontoren van Hindersteyn had afmetingen van 8,85 x 9,5 m en muren met een dikte van 1,15 en bestond uit een kelder, twee verdiepingen en een zolder. Verder was de toren voorzien van een uitstekende weergang met kantelen en werd gedekt door een met leien gedekt schilddak. Vermoedelijk werd de woontoren rond 1300 gebouwd, wat ook blijkt uit de gebruikte kloostermoppen. Deze hebben een formaat van 30,5 x 14 x 7,5 cm. De ingang bevond zich in de noordgevel ter hoogte van de tweede verdieping en was bereikbaar via een steile houten brug. Via in de muur aangebrachte trappen kon men bij de eerste verdieping en de zolder komen. Pas later is er in de westmuur ook nog een trap aangebracht van de eerste verdieping naar de kelderruimte.
In de onderste verdieping bevond zich tegen de oostwand een stookplaats en deze ruimte diende als woonvertrek. De erboven gelegen verdieping werd gebruikt als slaapruimte. Slaapkamers werden gecreëerd door het aanbrengen van houten wanden.

In het ridderhofstedenboek uit ca 1665 komen we de oudste afbeelding van Hindersteyn tegen. We zien hierop dat de woontoren is uitgebreid met woonvleugels aan de west- en zuidzijde. Deze uitbreiding moet rond 1647 plaats hebben gevonden. In deze nieuwe woonvleugels werd aan de westzijde een nieuwe ingang aangebracht, die ook weer te bereiken was via een vrij stijle brug. De vleugel aan de westzijde was een rechthoekig gebouw bestaande uit een kelder en één woonlaag, dat gedekt werd door een zadeldak tussen topgevels. De kelderruimte was van buitenaf toegankelijk en de erboven gelegen verdieping werd verwarmd door een stookplaats in de westgevel. De andere vleugel, aan de zuidzijde, bestond eveneens uit één woonlaag en werd gedekt door een lessenaarsdak, tussen twee halve topgevels.
Vermoedelijk tussen 1730 en 1740 is de weergang van de woontoren verwijderd en werd het dak vervangen door een tentdak. Tevens werd de houten brug vervangen door een stenen boogbrug.

Meer dan honderd jaar veranderd dan het uiterlijk van het kasteel niet. In 1841 wordt Hindersteyn gekocht door Philip Julius baron van Zuylen van Nyevelt, die in 1847 besluit het huis grondig te verbouwen. De westvleugel wordt afgebroken en vervangen door een nieuwe vleugel in neogotische stijl van gelijke omvang. Verder werd de andere vleugel en de woontoren ook aangepast en werden alle kruiskozijnen vervangen door spitsboogvensters.
Na het overlijden van Philip Julius in 1859 vererft het kasteel op een elfjarige achterneef. Diens vader neemt het beheer van het kasteel op zich en hij besluit het kasteel verder te verbouwen. De nieuwe westvleugel wordt verhoogd en hij laat een langgerekt zeshoekig torentje tegen de westzijde aanbouwen.

De volgende eigenaresse, Johanna Vegelin van Claerbergen, geeft opdracht om de zuidvleugel met een verdieping te verhogen. Deze zuidvleugel wordt gedekt met een plat dak en er worden twee blinde vensters aangebracht. Deze blinde vensters werden voorzien van een geschilderde raamindeling met altijd gesloten blinden. Deze laatste aanpassing werd ter wille van de architectuur uitgevoerd.
In 1939 werd het huis aangepast aan moderne bewoningseisen: het werd voorzien van stromend water, centrale verwarming, vaste wastafels, badkamers en elektriciteit.
In 1963 verkeerden zowel de woontoren als de twee zijvleugels in slechte staat. Gelukkig werd er in 1976 begonnen met het herstellen van de woontoren en volgden de twee woonvleugels vanaf 1980. Het kasteel was flink aangetast door de huiszwam, wat de restauratie ernstig vertraagde. In 1989 kon deze worden afgerond.
Zoals het kasteel er nu uit ziet, komt dit ongeveer overeen met de situatie uit 1865. De westvleugel werd weer verlaagd, de trapgevel en de kantelen aan de voorzijde werden gewijzigd. Bij de verschillende verbouwingen in het verleden zijn er constructiefouten gemaakt, die bij deze restauratie verholpen zijn.

Bewoners ca 1300 Hinder van Wulven
ca 1315 Willem van Suermont
vermeld: 1397 - 1408 Ernst van Hinderstein, getrouwd met Aleid van Amerongen
vermeld: 1397 Jan van Hinderstein (zoon van Ernst)
vermeld: 1408 Gijsbert van Hinderstein (zoon van Ernst)
vermeld: 1408 - 1438 Willem Zuurmond van Hinderstein (zoon van Ernst)
1445 - 1459 Ernst van Hinderstein (zoon van Willem?)
1458 - 1463 Willem van Zuermont van Hindersteyn, getrouwd met Dirckgen van Jutphaas van Blochoven
1463 - 1482 Beernt Grauwert van Hindersteyn, getrouwd met Johanna Vredericsdochter van Voirde
1482 - voor 1538 Berend Grauwerd, getrouwd met Geertruyd Arentsdochter Both van der Eem
voor 1538 - 1566/7 Berent Grauwert
1566/7 - 1577 Berendina Grauwert, getrouwd met Antonius van Zuylen van Nyvelt
1577 Frederik van Zuylen van Nyvelt (zoon)
- 1617 Cornelia van Zuylen van Nijevelt (nicht), getrouwd met Evert van der Marsche
1617 - 1626 Evert van der Marsche, heer van Hinderstein, hulder
1626 - 1667 Bitter van der Marche
1667 - 1682 Anna Cornelia van der Marsche, getrouwd met jonkheer Adolf van Oostrum
1682 vrouwe Mechteld van Reede van Renswoude, douairière Van Hardenbroek
1682 - 1698 Gijsbert Johan van Hardenbroek
1698 - 1713 Johan Louis van Hardenbroek
1713 - 1720 Matthias van Romswinkel, kanunnik van het kapittel van Oudmunster
1720 - 1741 mr. Daniël de Milan de Visconti, baron van het Heilige Roomse Rijk
1741 - 1780 Gijsbert Franco baron de Milan de Visconti (zoon)
1780 - 1796 Jacoba Johanna Guitton (nicht?)
1796 - 1823 Wilhelmina Elizabeth Henrietta van Flodorp (nicht), getrouwd met Friedrich Johann von Derfelden
1823 - 1841 Gijsbert Franco baron von Derfelden van Hinderstein, heer van Hinderstein en Snellenburg (zoon), getrouwd met Adriana Lyclema a Nyeholt
1841 - 1859 Philip Julius baron van Zuylen van Nyevelt
1859 - 1881 Philip Julius Hendrik graaf van Zuylen van Nyevelt
1881 - 1892 jonkvrouwe Johanna Jacoba Vegelin van Claerbergen
1892 - 1894 plaatselijke speculant
1894 - 1903 Arnoud Nicolaas Justinus Maria baron van Brienen van de Groote Lindt
1903 - 1911 erfgenamen A.N.J.M. van Brienen van de Groote Lindt
1911 - 1936 mr. J.B.L.C.C. baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn
1936 - 1971 mr. K.L.C.M.I. baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn
1971 - 1972 H.J.E. van Beuningen
1972 A.F. Geytenbeek

Huidige doeleinden Het kasteel is bewoond.
Opengesteld Het kasteel is niet open voor bezichtiging.
Foto's Ansichtskaart van Nieuw-Hindersteyn Foto uit 1993 Foto van de achterkant van het huis
Bronnen Tekst: B. Olde Meierink (redactie), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Onder auspiciën van de Stichting Utrechtse kastelen, Utrecht, Matrijs, 1995, 596 pag.
Afb. 1: Kastelengids van Nederland, 1979
Foto 1: Uit eigen collectie
Foto 2: G. van Diest
Foto 3: Peter van der Wielen