Geschiedenis
|
Volgens een beschrijving uit 1744 was het een groot huis, met 5 kamers beneden en
8 kamers op de eerste verdieping. Er was een stal voor vier paarden en een grote
vijver met een speelhuis. Deze vijver, die een ovale vorm had met daarin een
eilandje, komen we ook tegen op een kaart uit 1820.
Naast het huis werd in 1811 een katoendrukkerij gebouwd en werden er op het
terrein ook arbeiderswoningen gebouwd. Deze drukkerij werd hier gesticht in
verband met de gunstige ligging, maar lang heeft het bedrijf niet bestaan. Door
de economische problemen eind 18e/begin 19e eeuw, ging het bedrijf in 1816
failliet.
In 1819 kreeg Gildestein een nieuwe bestemming, toen het geheel gekocht werd door
het Rijk om er een Rijksveeartsenijschool in te stichten. De fabriek werd
omgebouwd tot school, om onderdak te bieden aan 25 tot 30 studenten, één of
meer leermeesters en een aantal bedienden. Het huis Gildestein werd woning voor
de directeur, wat het tot 1909 gebleven is.
Ook de tuin werd geschikt gemaakt voor de school, hoewel er door de
verantwoordelijke minister werd gesteld, dat de tuin wel in goede staat moest
blijven. Ook de verschillende fruitbomen, die in de tuin voorkwamen, moesten
worden gesnoeid.
Toch heeft men niet zo lang vastgehouden aan deze regels, want in de loop van de
19e en de 20e eeuw werden er toch nieuwe panden op het landgoed gebouwd. Zo
kreeg ook de vijver een rechthoekige vorm (in 1877): aan drie zijden werden er
vleugels van een stalgebouw omheen gebouwd. In 1905 werd er een manege gebouwd,
die al snel door zijn karakteristieke voorgevel de 'paardenkathedraal' werd
genoemd en nu dienst doet als theater.
In 1909 vond er weer een uitbreiding plaats: er werd een hondenstal gebouwd, die
tegenwoordig dienst doet als café-restaurant 'Bougainville'.
Het landgoed is wel een op zichzelf staand geheel gebleven, doordat de bouwstijl
van de panden afwijkt van de er omheen gebouwde wijk Wittevrouwen.
Op het achterste gedeelte van het landgoed, tegenover de Alexander Numankade,
vindt men nog een aantal veelal uitheemse bomen, zoals een grove den, een
varenbeuk, een kweepeer, een olijfboom en enkele populieren, die alle tot de
vroegere tuin van Gildestein behoord hebben.
In 1988 vertrokken de laatste vakgroepen naar De Uithof en werd het huis omgebouwd
tot een groot aantal appartementen en vormt nu een apart woonwijkje.
|