De Eng te Wijk bij Duurstede

Ligging Dit huis stond ten westen van de stadskern van Wijk bij Duurstede.
Ontstaan Over het ontstaan van dit huis is niets bekend. De naam komen we voor het eerst tegen op een kaart uit 1560. Omdat er sprake is van een 'toorn' vermoeden we dat het een Middeleeuwse oorsprong heeft.
Geschiedenis De ten westen van de stadskern gelegen boerderij De Eng bezat vroeger een omgrachting. Daarom bestaat het vermoeden dat zich hier vroeger een kasteel bevond. Van hofstede De Engh is bekend dat er vroeger sprake was van een "toorn" op of aan het huis. Van de vroegste geschiedenis van de Engh is tot nu toe niets bekend. De oudste vermelding dateert uit 1578, als Gerrit Jacobss samen met zijn vrouw Wilhelmina van Cleeff, een plecht (is een soort hypotheek) vestigt op het huis en de hofstede de Eng. Dit gebeurt nogmaals in 1581 en 1583. Uit de dan opgestelde akten blijkt dat bij De Engh 14 morgen grond hoort en ook nog een boomgaard.
Op een kaart van Jacob van Deventer (uit omstreeks 1560) is op de huidige plek al een hofstede ingetekend.

Als in 1609 Gerrit sterft, rusten er op het huis 3 hypotheken met een totaalbedrag van 600 gulden. De volgende eigenaar is zijn broer Baltus Jacobs, die de regelingen treft met de overige erfgenamen, zodat hij in 1614 de hypotheken kan aflossen en definitief de nieuwe eigenaar wordt.
Na zijn overlijden vererft de hofstede op zijn dochter Maijken Baltus in den Eng en haar man Anthonis Jans de With.

Na het overlijden van dit echtpaar verkopen de erfgenamen op 31 december 1660 De Eng. In de transportakte is sprake van "seeckere huysinge, hoffstede, toorn, bergen, schueren, duyfhuys, plantagie, bepoot ende getimmerte met alle hetgeene daer inne aert en nagelvast is met weylandt daaraan behorende". Het geheel is 8,5 morgen groot en de nieuwe eigenaar wordt Samuel van Breugel Sr. In deze akte wordt afzonderlijk van een toren gesproken!
Direct de volgende dag, op 1 januari 1661 wordt De Eng weer verhuurd aan Willemken Anthonis de With, een dochter van hierboven genoemde echtpaar. Een jaar vinden we echter Adriaen Adriaens Vernoy als pachter van de hofstede.

Tussen 1666 en 1668 wordt door Samuel de hofstede omgevormd tot een fruitbedrijf. In die periode wordt er twee keer een hypotheek afgesloten, waarin echter alleen over een "hofstede met huis, stalling, land, boomgaard" gesproken wordt. In 1676 is Samuel inmiddels overleden en dan verhuurd zijn weduwe Adriana de Kemp de hofstede voor 30 gulden per jaar aan Jacob Peterss Mol. Tegen het einde van de 17e eeuw is de hofstede waarschijnlijk verkocht, want in 1696 Egmondt van der Nijborgh, Heere van Weresteyn, de eigenaar.
In 1711 wordt door een familielid van voorgaande persoon, Willem Gijsbert van Egmont van de Nijborgh, tien morgen boomgaard "met de huysinge daerin staende en twee bergen en schueren, genaemt de Engh" verkocht aan Bernard van der Weijden.
Ook deze Bernard woont niet zelf op de hofstede, want in de periode 1711 tot 1715 verhuurt hij deze aan Cornelis Janse Bouman.

De erfgenamen van deze Bernard, die getrouwd is geweest met Agnes van Ommeren, verkopen de hofstede in 1732 aan Cornelis Joosten van Agthoven. Deze nieuwe eigenaar stamt uit een welgestelde boerenfamilie en hij trouwde met Dirkje Joosten van Bemmel, waarvan de familie eigenaar was van de hofstad Noortwijck bij Cothen. In 1743 wordt Noordwijk verkocht en Cornelis en Dirkje erven een deel van de opbrengst.
Na het overlijden van Cornelis blijft zijn weduwe tot haar dood in 1753 op de hofstede wonen, waarna De Eng eigendom wordt van hun zoon Jan van Agthoven. In dat jaar is de De Eng 10 morgen groot. Daarna wordt er flink wat grond bij gekocht, want als in 1797 Cornelis van Agthoven, zoon van voorgaande, een hypotheek van 2000 gulden afsluit, blijkt dat de Engh bestaat uit een huis en hofstede met 33 morgen grond.

In dat zelfde jaar, 1797 sterft Cornelis van Agthoven en zijn weduwe, Clara van Wijk, blijft achter met 4 jonge kinderen. Maar Clara blijft niet lang alleen, want enkele maanden later trouwt ze met Cornelis Thomasse van Rijn. Ze trouwen onder huwelijkse voorwaarden en hofstede de Eng plus inboedel heeft dan een waarde van 11.000 gulden.
In 1830 blijkt de Eng verkocht te zijn aan Gotschalk Heijmans, hoewel de de hofstede nog bewoond wordt door de oudste dochter van Clara: Cornelia Maria van Agthoven. Zij is weduwe van Cornelis Uiterwaal en woont in de hofstede met 3 jonge kinderen en haar 77-jarige schoonvader Cornelis Uiterwaal, die eerder de hofstede Rimmegen huurde.
Rond 1850 woont Godschalk Izaak Hijmans op de hofstede de Engh en de beschrijving luidt dan: herenhuis plus boerenwoning.
Bewoners 1578 - 1609 Gerrit Jacobss, getrouwd met Wilhelmina van Cleeff
1609 Baltus Jacobs
- 1660 Maijken Baltus in den Eng, getrouwd met Anthonis Jans de With
1660 - ca 1776 Samuel van Breugel sr, getrouwd met Adriana de Kemp
1776 - ca 1696 Adriana de Kemp
ca 1696 Egmondt van der Nijborgh, Heere van Weresteyn
- 1711 Willem Gijsbert van Egmont van de Nijborgh
1711 - 1732 Bernard van der Weijden, getrouwd met Agnes van Ommeren
1732 Cornelis van Agthoven getrouwd met Dirkje Joosten van Bemmel
- 1743 Dirkje Joosten van Bemmel
1753 - Jan van Agthoven
- 1797 Cornelis van Agthoven, getrouwd met Clara van Wijk
1797 Clara van Wijk
1830 - na 1850 Gotschalk Izaak Heijmans
Huidige doeleinden Op de plaats van deze hofstede bevindt zich nu een boerderij.
Opengesteld Deze boerderij is niet toegankelijk.
Foto's
Bronnen Tekst: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 1995
G. van Woudenberg, Tien oude hofsteden in de vrijheid van Wijk: veranderingen in eigendom en gebruik van circa 1500 - 1850 (deel 2), In: in: "Het Kromme-Rijngebied", tijdschrift van de Historische Kring 'Tussen Rijn en Lek', april 2009 43-1, blz. 1-4