Ligging |
Bolenstein ligt op de linkeroever van de Vecht, iets ten noorden van Maarssen-Dorp.
![]() |
Ontstaan | De geschiedenis van Bolenstein gaat terug tot 1340, als Dirck de Bole van Eemst een woontoren laat bouwen. |
Geschiedenis |
Tot 1435 is het huis in bezit van de familie de Bole, waarna het huis beleend wordt aan
Otto Snaaf. Dan gebeurt er iets heel bijzonders: niet ver van Bolenstein staat de
Snaafburg en op 1 september 1444 besluit
Otto zijn kasteel om te ruilen met het kasteel de Snaafburg. Waarom dit gebeurt, wordt
niet vermeld, maar het vermoeden bestaat dat Bolenstein voor het geslacht van Nijenrode
gunstiger lag, omdat deze familie huist langs de Vecht vanaf de zuidkant van Maarssen
(Zwezereng) tot Loenersloot, en de Snaafburg was verder van de Vecht af gelegen. De Van
Nijenrodes zullen ruim een eeuw de scepter over Bolenstein zwaaien. In 1538 wordt Bolenstein door de Staten van Utrecht erkend als Ridderhofstad. Tot 1594 blijft het kasteel in bezit van de familie Van Nijenrode, waarna het vererfd op de familie Van Snellenburch. In 1659 sterft ook deze familie in mannelijke lijn uit en wordt het huis gekocht door Jonker Willem van Zuylen van Nijevelt; hij is nog wel gelïeerd aan een Johanna Botter van Snellenburg, een zuster van de vorige eigenares. Het grootste deel van de 18e eeuw wordt Bolenstein bewoond door slechts één eigenaar. Als in 1713 Susanne Godin overlijdt, gehuwd met Pieter de Malapart, heer van Jutphaas, wordt haar zoon al eigenaar. Omdat hij nog minderjarig is, moet zijn vader de eed afleggen. Jacob had zoveel eigendommen, dat hij nooit heeft hoeven werken. Hij liet grote verbouwingen uitvoeren aan Bolenstein en was een nauwgezet man. In een boekje hield hij alle uitgaven bij die hij deed en aan de hand van dit boekje krijgen we een aardig beeld van wat hij deed, wie hij in dienst had en wat hij zoal at. Jacob bezit Bolenstein tot zijn dood in 1782. Na zijn dood verkoopt een neef van hem, Pieter de Malapart, het huis namens de erfgenamen op 12 oktober voor f. 25.000,- aan Jan Carel Godin. De rust die rond Bolenstein heerstte in de 18e eeuw, wordt gevolgd door een periode van onrust. In een periode van 30 jaar verwisselt Bolenstein wel zes keer van eigenaar. Steeds gaat het huis over van de ene eigenaar op de andere via verkoop. En aan de hand hiervan krijgen we een aardig beeld van de economie van ons land in die periode. In 1792 wordt het huis door Dirk Jan van Heeckeren tot den Brandsenburg voor zijn zoon gekocht voor f.24.000,-. Vervolgens in 1807 wordt het huis verkocht voor 13.807 guldens en 10 stuivers. In 1816 lijkt de huizenprijs zijn dieptepunt te bereiken als Bolenstein voor slechts f. 7500,- verkocht wordt. Daarna gaat de prijs weer langzaam omhoog: f. 8500,- in 1819, f.10.500,- in 1821, f. 11.500,- in 1822 en f. 12.600,- in 1828. Veel buitenplaatsen worden afgebroken in het begin van de 19e eeuw, wat we beter kunnen begrijpen aan de hand van deze prijsdaling. Door de economische malaise had men niet meer genoeg geld om het huis op te knappen, verkoop levert veel verlies op of er was geen koper voor te vinden en dan besloot men vaak tot afbraak. In 1819 koopt Johannes Fahrheus het huis. Hij woont al in Maarssen, maar is van oorspong afkomstig uit Zweden. Als hij twee jaar later overlijdt, komen dan ook zijn nabestaanden uit de stad Wisby op Gotland naar Nederland op het huis te veilen. Dit gebeuren vond plaats in de herberg 'de Prins'. Na 1828 keert de rust weer op Bolenstein en tot 1894 woont de familie Abels in het huis. Daarna wisselt het nog enkele malen van eigenaar tot het uiteindelijk in 1942 door de Gemeente Maarssen wordt gekocht. Twinwig jaar later besluit de gemeente Maarssen Bolenstein te verkopen en vinden een goede gegadigde in de persoon van Bart Olaf van den Berg. Hij kan het huis kopen voor f. 50.000,-. Als voorwaarde is daar wel aan verbonden, dat hij het huis moet laten restaureren, hetgeen hij met grote voortvarendheid heeft gedaan. Het huidige huis lijkt in het geheel niet meer op wat er in 1538 stond, toen Bolenstein als ridderhofstad werd erkend, door de vele ver- en aanbouwingen in latere eeuwen. Tussen het kasteel en de moderne villa op Wilhelminaweg 3 staat een theekoepel. Na veel juridisch getouwtrek tussen deze twee partijen is vast komen te staan, dat de koepel niet behoord bij Bolenstein en daar ook origineel geen deel van heeft uitgemaakt. De theekoepel kwam naar verluit van een andere buitenplaats. |
Bewoners |
1350 Dirck de Bole van Eemst, gehuwd met Engela van Drackenburch eind 14e eeuw Gerrit de Bole Dirksz (schepen in Utrecht) 1404 Dirk de Bole Gerritz 1418 zoon Johan de Bole 1438 Otto Snaaf 1444 Splinter van Nyenrode 1472 - 1497: Johan van Nijenrode 1497 - 1511: Johan van Nijenrode Splintersz 1511 - 1532: Splinter van Nijenrode Johansz 1532 - 1569: Egbert van Nijenrode Splintersz Bolenstein wordt erkend als ridderhofstad 1569 - 1594: Adriana van Nijenrode (dochter van Egbert), getrouwd met Hendrik Botter van Snellenburg 1594 - 1620: Engelbert Botter van Snellenburg 1620 - 1738: Jonker Philips Botter van Snellenberch, zoon van Engelbert 1638 - 1659: Anna Botter van Snellenberch, dochter van Philips 1659 - 1664:Jonker Willem van Zuylen van Nijevelt 1664 - 1667: David Godin 1667 - 1704: jacob Godi(j)n, zoon van David 1704: Susanne Godin; dochter van Jacob, gehuwd met Pieter de Malapart, heer van Jutphaas 1713 - 1782: Jacob de Malapert 1782 - 1787: Jan Carel Godin 1787 : Louis Pierre Ferdinand Godin, minderjarige zoon van Jan, sterft jong 1792 - 1807 Walraven Robbert van Heeckeren 1807 - 1816 Alijda Kuhn 1816 - 1819 Jan Augustus van Westerholt 1819 - 1821 Johannes Fahrheus uit Zweden 1821 - 1822 Willem Elisa Ram uit Zuilen 1822 - 1828 Jan Walland uit Den Haag 1828 - 1865 Theodorus Henricus Abels uit Amsterdam 1865 - 1894 enige dochter en erfgenaam Lena 1894 Hugo Visser, Jan Jacob van Willegenburg en Hermanus Rageman 1894 Carel Eduard Wolff 1900 Jan Carel Strick van Linschoten, Jan Elias Huydecoper van Maarsseveen en Nigtevegt, Johannes Hendricus Caspers 1901 Leendert Volker, Jan schuurmanszoon en Louis Gabriël James, brengen het huis in, in de opgerichte 'Maatschappij tot exploitatie van Onroerende Goederen in de Vechtstreek' 1903 - 1917 Johan van de Vijsel 1917 - 1942 J.M. de Muinck Keizer 1942 - 1961 gemeente Maarssen 1961 - 1981 Bart Olaf van den Berg 1981 - 1999 Johannes Matthijs van Heiningen 1999 Jan-Dirk Paarlberg |
Huidige doeleinden | Het huis is particulier bewoond. |
Opengesteld | Het huis is niet opengesteld voor bezichtiging. |
Foto's |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Bronnen |
Tekst: Kastelen en Ridderhofsteden in Utrecht Historische Kring van Maarssen E. Munning Schmidt, Plaatsen aan de Vecht en de Angstel, 1985 Foto 1: Peter van der Wielen Foto 2: uit eigen collectie Afb. 1: boek: Provincie Utrecht, 1966 Afb. 2: Kastelengids van Nederland, 1979 Afb. 3: P.J. Lutgers, Gezigten aan de rivier de Vecht, 1836/1979 Afb. 4: Dr. R. van Lutterveld, De buitenplaatsen aan de Vecht, Lochem, 1948 Afb. 5: uit eigen collectie |