Beek en vecht te Loenen

Ligging Deze buitenplaats stond naast Oud-Over in Loenen aan de Vecht.
Ontstaan Het huis is in de 2e helft van de 17e eeuw gebouwd.
Geschiedenis Bij de koop van drie morgen één hond door Pieter van Beeck in het gebied van Oud-Over, wordt vermeld dat het belendend perceel aan de zuidzijde eigendom is van Anna van Beeck, weduwe van Leendert van Beeck. Dit echtpaar zijn overigens de ouders van Pieter. Hoewel niet bij naam genoemd, stond hier waarschijnlijk toen al het buiten Beek en Vecht. Afgaande op de naam zal het gebouwd zijn door een lid van de familie Van Beeck en het vermoeden bestaat dat dit Leendert van Beeck was.
Leendert van Beeck is afkomstig uit Emmerich en trouwt in 1647 met Anna van Beeck. Hij is koopman in Amsterdam en wordt in 1653 vermeld als poldermeester van Loenderveen. Na zijn overlijden in 1679 erft zijn weduwe zijn bezittingen. Het zou ook kunnen dat Anna pas opdracht gegeven heeft tot de bouw van het buitenhuis. In elk geval na haar dood in 1703 komen we de naam Beek en Vecht in de erfverdeling tegen. Het echtpaar had acht kinderen en één van de jongste dochters, Christina van Beeck erft het huis Beek en Vecht met het bijbehorende land.

Christina is al sinds 1692 weduwe van Balthasar de Neufville, afkomstig uit een vooraanstaande kooplieden familie, die hun geld vooral verdienen in de textiel. In 1715 en 1719 verkoopt stukken land langs de Vecht buitendijks, waarbij op één van de twee ook een huis staat en na haar overlijden voor 1725 erft haar zoon Leendert de Neufville Vecht en Dijk.
Leendert is ook koopman, maar daarnaast ook beschermer van kunsten en wetenschappen. Als hobby heeft hij het maken van voorwerpen van ivoor en andere materialen; de kans is heel groot dat hij ook daarmee in de zomermaanden zijn tijd op Beek en Vecht daarmee doorbrengt.
Op de "Nieuwe kaert van Loenen" van Covens & Mortier uit 1726 staat Leendert de Neufville aangegeven als eigenaar van de 'lusthof' Beek en Vecht, maar daarna is niet te achterhalen wat er met het buiten gebeurd is. Mogelijk heeft hij het huis tussen 1745 en 1752 verkocht aan Jan Sanderson, de latere schout van Loosdrecht.
Vanaf die tijd is er geen sprake meer van een buiten; er wordt alleen gesproken over een hofstede, die nog enkele malen in andere handen over gaat. In 1806 wordt de grond en de hofstede gekocht door Pieter Bel, eigenaar van Oud-Over, die een jaar later de hofstede laat afbreken en de gron toevoegt aan de tuin van Oud-Oud.
Bewoners - 1703 Anna van Beeck, weduwe van Leendert van Beeck
1703 - ca 1725 Christina van Beeck, weduwe van Balthasar de Neufville
ca 1725 - ca 1750 Leendert de Neufville, getrouwd met Aleyda Oosterling
ca 1750 - ca 1768 Jan Sanderson
1768 - vòòr 1801 Jacques Henrij Talbath (onzeker)
vòòr 1801 - 1806 Jan van de Vaart (onzeker)
1806 onderdeel van Oud-Over
Huidige doeleinden Van het huis is niets meer terug te vinden.
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Bronnen Tekst: J.C. Snel, Seeker heerenhuys genaamt Oud Over, in: Jaarboekje 1995 van het Oudheidkundig Genootschap Niftarlake, blz. 80 - 105